Johannes 14,23-29 – zr. Margriet

Inleiding:

Allen welkom in deze viering. We zijn op weg naar Pinksteren, vijftig dagen, je zou kunnen zeggen dat in deze 50 dagen ons heel in het kort een geloofsweg wordt getekend.
Na Jezus’ gewelddadige dood verkeren de leerlingen in een soort shocktoestand, ze rouwen om een geliefde vriend, zijn bang, teleurgesteld en langzaam klinkt de vraag: wat nu?
Laten we maar terug gaan, het leven gaat verder. Maar er zijn er ook die zeggen: Hij leeft, ja ik heb Hem gezien. Weer anderen: daar geloof ik niets van, wees toch reëel. Ja, allerlei gedachten en emoties strijden met elkaar. Langzaamaan echter beginnen er woorden binnen te sijpelen; wat zei Hij toen en toen, weet jij het nog. Hij heeft het ons toch gezegd, Hij zal een Helper sturen. Zie jij die dan? Nee, maar ja….
De geloofsweg gaan. Het is je meer en meer toevertrouwen, meebewegen in Gods ruimte. Jezus opent ons daartoe een weg, laten we nu luisteren naar zijn woorden.

Bezinning:

“Wanneer iemand Mij liefheeft, zal mijn Vader hem liefhebben en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.”
We zongen het zojuist – Gods ruimte -, die ruimte van licht, waar wij samen staan, waar wij zijn, waar wij leven.
Zoals ook die woorden van Jezus: ‘Houdt je aan wat ik zeg: Heb elkaar lief.’ al deze woorden van Jezus enkele uren voor zijn dood gesproken, dat uur van liefde tot het uiterste, het zijn afscheidswoorden die de essentie van zijn boodschap weergeven. De leerlingen herinneren zich: ‘zoals de Vader Hem liefheeft, zo zal Hij jou liefhebben, zal Hij bij jou blijven en bij jou wonen’. Her-inneren – boven gedachten en gevoelens uit- geholpen door de Geest, de Helper. Her-inneren boven gedachten, gevoelens, is die woorden in je hart toelaten, achter die woorden horen, zoeken, leven wat Jezus voorleefde en zo verblijfplaats worden van Gods liefde. Langzaam die liefde ons van binnen ruimer en ruimer laten maken. Zo gaan leven, vanuit die liefde, is dat niet wat we willen? Is dat het niet wat ons leven zin/betekenis geeft?
Maar we zijn er ook bang voor, bang ons kwetsbaar op te stellen, open te komen voor die liefde. Liever kijken we een andere kant uit die de maatschappij ons meer en meer voorhoudt en dat is een economie die moet draaien en wij moeten consumeren, allerlei noden worden ons zo opgedrongen. We moeten en moeten en rennen van de ene activiteit naar de ander. We moeten de dingen gezien hebben, want daar is misschien het geluk te vinden, geluk dat we zelf menen te moeten maken. Ja, alles moet maakbaar zijn, dan heb ik controle. Schijnoplossingen, waarbij de leegte in ons niet mee wordt gevuld.
Eenzaamheid en depressie nemen toe. Nog meer zoek je dan naar applaus, erkenning, succes om je leven draaglijk en interessant te houden. Zoek je voldoening in die gelukte foto met je stralende glimlach. Heel toepasselijk wordt zo wat Susan Sontag zegt: ‘De werkelijkheid gaat steeds meer lijken op dat wat de camera/ de smartphone ons toont’. Is dat het antwoord? Is het antwoord niet: in God ben je nooit alleen, in God ben je altijd thuis. Is de werkelijkheid niet datgene wat je waard bent in Gods oog. Zijn oog die je vol liefde ziet.
Ja, die liefde, vindt je over het algemeen niet zo in een luidruchtige wereld vol festivals, maar meer in eenzame stilte, zoals ook daar waar je niet exclusief gericht bent op je eigen perfectie, ambities en verdediging, maar weet hebt van de ander, zorg voor de ander, waar je naast iemand staat in moeilijke tijden, of zoals Dirk de Wachter zegt: ‘waar je met iemand een wandelingetje maakt om de hoek en een luisterend oor biedt.’ Ja, de betovering van het leven ligt dan in de blik van de ander, in gewone goedheid zonder getuigen. Juist in de problemen van elke dag ontstaat die liefde die heelt, eigenlijk is het de enige kracht die ons gegeven is.
Gods inwoning in ons, we staan er niet zo bij stil. Ons huidige onvermogen tot inkeer veroorzaakt vervlakking en tekent ons met onvrede, geweld.
“Mijn vrede geef ik jullie zoals de wereld die niet geven kan”, zegt Jezus. Dat is niet de vrede die berust op de macht van de sterkste.
Het is inmiddels heel wat jaren geleden dat zr. Felix en ik aan het steggelen waren over het woord vrede. Althans ik steggelde, Felix luisterde. Het ging over de zin van het Lam Gods: geef ons de vrede of geef ons uw vrede. Felix vond dat het uw vrede moest zijn, ik vond de vrede. Maar Felix, zei ik, er is slechts een vrede en daarom; de vrede, de rest is wapenstilstand, ja lachte Felix en die ene echte vrede is zijn vrede, dus uw vrede. Toen moesten we lachen, nu zou ik haar gelijk geven. Zijn vrede zegt zoveel meer, Jezus’ vrede is samen zoeken naar waarheid/ betekenis die van binnen uit komt, daar waar we in de ruimte van de Vader zijn en Hij in ons. In die ruimte, weet je steeds meer dat Hij met je meegaat, dat zijn liefde de bron van alle leven is. Het is een andere vrede dan de wereld die geeft, het sluit geen onrust en pijn uit, het is je met God oprichten tegen geweld door de dood heen, het is te midden van alle onrust in het leven in vrede zijn. Moge we ons hart meer en meer openen om verblijfplaats te worden voor Hem, waar we in vrede zijn, waar we in Zijn liefde zijn.