Klooster Sint Josephsberg

Ons klooster is gebouwd rondom een binnenhof.
Dit is niet zozeer een tuin, als wel een open en stille ruimte als een kern waaromheen alles is geordend. Vaak staat in het midden een put, of is er een andere ronde vorm.
De cirkel is vanouds een symbool voor God. En vanuit dat middelpunt stroomt de stilte uit in alle windrichtingen in het vierkant (symbool van de wereld) waar het leven van alledag zich afspeelt. De architectuur van ons klooster sluit aan bij onze innerlijke beleving. De eenvoud ervan bevordert, dat ons leven afgestemd blijft op het geheim van God.

In de vierkante pandgang komen de verschillende aspecten van het leven samen. Alle elementen van het leven worden er op een evenwichtige wijze met elkaar verbonden. Deze structuur biedt een ruimtelijk kader aan ons dagelijkse leven. De gebeurtenissen van elke dag krijgen daarbinnen een eigen plaats.
In de pandgang hangen de naamlijsten van alle geprofeste zusters die vanaf 1721 in ons klooster gewoond hebben. Zo blijven zij in onze gedachtenis.
Rondom de pandgang liggen dan de vertrekken voor de behoeften van het lichaam: de refter en de keuken. En de vertrekken die de geest kunnen voeden: de bibliotheek en een studieruimte.

Verder is de pandgang ook de verbinding naar de werkplekken, bijvoorbeeld de hostiebakkerij en wasserij, en komen er trappen op uit die leiden naar de eigen kamers van de zusters. En er is ook de doorgang naar een afzonderlijk verblijf voor onze gasten.
Via de pandgang komen we ook in de kerk (gebouwd in 1898) om het getijdengebed en de eucharistie te vieren. De kerk vormt het ontmoetingspunt tussen binnen en buiten. Zusters en gasten komen er samen om te bidden. Het gebed is de ademhaling van onze verbondenheid.
Vanuit het getijdengebed in de kerk gaat ieder persoonlijk weer haar gang om elkaar op gestelde tijden weer te vinden als biddende gemeenschap.
We vinden elkaar ook op gestelde tijden als een gemeenschap die met elkaar in gesprek is, afspraken maakt, ontspant of feesten viert. Dit gebeurt in de recreatieruimte.

De tuin kent seizoenen, zoals ook ons leven. Wil alles in die tuin tot bloei komen, dan is er aandacht en zorg nodig voor elke plant en boom. Ook de grote tuin rond ons klooster is belangrijk in ons leven. We kunnen er in stilte van de natuur genieten: van de bomen, de bloemen en het groen. Er worden wat groenten en fruit gekweekt; en uit de kruidentuin putten we voor de keuken én het hele jaar door (vers of gedroogd) voor de kruidenthee.
De schapen helpen ons om het gras kort te houden.
Het kerkhof in de tuin helpt ons onze overleden zusters niet te vergeten. Een kruisje met de naam op ieders graf symboliseert de hoop op de verrijzenis.