Johannes 6,51-58 – zr. Emmanuel

Inleidend woord:

Zusters en broeders in Christus, wij zijn hier bijeen in de ruimte en de liefde van God die is: Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen. Van harte welkom in deze vigilie van het Hoogfeest van het Heilig Lichaam en Bloed van de Heer, kortweg ‘Sacramentsdag’. We vieren deze zondag het Sacrament dat Jezus op de avond voor zijn lijden en dood heeft ingesteld. Op die dramatische avond, waarna de gebeurtenissen elkaar in rap tempo opvolgen, en de dagen erna ligt het accent op de gedachtenis van Christus’ passie: zijn lijden, sterven en verrijzen op de derde dag. Daarom heeft de Kerk het goed en passend gevonden om op het Hoogfeest van deze zondag het accent te leggen op het Sacrament van het Heilig Lichaam en Bloed van de Heer. Het Sacrament dat wij iedere keer ontvangen en belijden als wij Eucharistie vieren.
In het Evangelie horen we Jezus zeggen: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald’. En ook: ‘Het brood dat Ik zal geven is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld.’ Het zijn woorden waarover de Joden met elkaar in twist geraken. ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?’ vragen ze. Laten wij in deze viering, zónder te twisten, rond die vraag mediteren. Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven? En wat betekent dat voor ons, wat doet dat met ons? Richten wij ons nu eerst met een gezongen gebed tot Christus, van wiens hartenbloed wij het, ook in deze viering, moeten hebben…

Meditatie met tussendoor ‘God, U bent liefde, Bron van het leven’ (Taizé):

Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.
We zongen het aan het begin van deze viering al uit: Christus is het Brood dat God ons geeft, de spijze van de eeuwigheid. Hij is genoeg om van te leven…
Hoe Hij ons zijn vlees te eten kan geven weten wij nog niet, maar wij geloven, belijden en ervaren reeds dat het brood, zijn vlees, levengevend is. Het Sacrament van het Heilig Lichaam en Bloed van de Heer is en blijft ‘het mysterie van het geloof’ dat wij iedere Eucharistieviering ontvangen en verkondigen zonder het ooit geheel te vatten…

♪ God, U bent liefde… (3x)

De Evangelist Johannes spreekt niet over de instelling van de Eucharistie zoals de andere drie Evangelisten. In plaats daarvan spreekt hij over de voetwassing, die hij ‘een bewijs van Christus’ liefde tot het uiterste’ noemt. De Kerk heeft goed begrepen dat het in beide gevallen om hetzelfde gaat: Christus’ algehele zelfgave ten bate van het leven der wereld, en noemt ook Christus’ gave van zijn Lichaam en Bloed in het Eucharistisch Gebed ‘een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe’. Hiermee stoten we in één keer door naar de kern van het antwoord op onze vraag. Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven? Door en vanuit de liefde…

♪ God, U bent liefde… (3x)
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem…
Wij in Hem en Hij in ons…
De heilige Clara schrijft in haar derde brief aan Agnes van Praag: ‘Zie, het is toch duidelijk dat de ziel van de gelovige mens, door Gods genade het waardigste van de schepselen, groter is dan de hemel. De hemelen met alle andere schepselen kunnen de Schepper immers niet bevatten, en alleen de gelovige ziel is zijn verblijf en zetel, en dit alleen door de liefde…’ Het is de liefde die bewerkt dat wij in Hem kunnen verblijven en Hij in ons, dat Hij ons menszijn deelt en ons opneemt in zijn goddelijk leven…

♪ God, U bent liefde… (3x)

Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij…
Dit zijn woorden met een grote diepzinnigheid. De liefde bewerkt in ons iets ongehoords. In en door de gave van Christus’ Lichaam en Bloed delen wij in het leven van God zelf. Zoals Christus leeft door de Vader, zo leven wij door Hem. En zoals Christus door de Vader gezonden is, zo worden wij door Hem gezonden. De liefde die God is wil in ons vlees en bloed worden, handen en voeten krijgen.
De deelname aan het heilig maal van Christus’ Lichaam en Bloed wil ons sterken, ‘dat wij vertrouwvol en met vreugde onze wegen gaan, toenemend in geloof, vervuld van hoop en aanstekelijk door onze liefde’…

♪ God, U bent liefde… (3x)

Wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven…
Christus is het levende Brood dat uit de hemel is neergedaald. Anders dan het manna uit de hemel dat de vaderen gegeten hebben, geeft het Brood dat Christus is leven in eeuwigheid. Dat kan ook niet anders, want liefde is eeuwig. Alleen de liefde heeft eeuwigheidswaarde. Alleen wat in en vanuit liefde geschiedt heeft eeuwigheidswaarde. De gave van Christus’ Lichaam en Bloed wil ons sterken, dat wij steeds meer gaan leven uit liefde voor zijn liefde. Zo worden wij steeds meer gelijkvormig aan Hem, worden wij zelf tot sacrament: een uitwendig teken van Gods heilzame aanwezigheid en werkzaamheid, een teken van Gods liefde.

♪ God, U bent liefde… (3x)