Hebreeën 13,7-9a + 15-17a en Marcus 16,15-20 – zr. Esther
Welkom en inleiding:
Vrede zij u vanwege God onze Vader en onze Heer Jezus Christus.
Van harte welkom in deze vigilieviering aan de vooravond van het hoogfeest van de H. Willibrord. De brief aan de Hebreeën die we gaan horen, roept ons op om ons het leven en het geloof voor ogen te halen en tot voorbeeld te nemen van degenen die ons het eerst het Woord van God verkondigd hebben. Dat wil ik proberen te doen. Wie was Willibrord? Er zijn niet veel bronnen over zijn leven en de weinige die er zijn verschillen nogal. Recenter historisch onderzoek heeft wel enkele nieuwe gezichtspunten gebracht. Hopelijk kunnen we iets nader ontdekken wie die grote voorganger in het geloof was in onze streken.
Laten we beginnen met lof en eer te brengen aan God, Die voor hem en ook voor ons centraal staat.
I Verkondigers op de weg
Willibrord werd geboren in Northumbrie (658-739), opgeleid in Ierland en gewijd in Rome; daarmee waren verschillende delen van wat we nu Europa noemen in zijn persoon verenigd. Maar juist die verschillende verbindingen leidden ook tot verschillende verhalen. Voor schrijvers van heiligenlevens was het lezerspubliek van doorslaggevend belang bij het beschrijven van afkomst en herkomst. Bij Willibrord worden wisselend zijn Engelse of Ierse connecties wel of juist niet benoemd.
Zijn naam wordt ook verbonden met een andere verkondiger: Bonifatius. Hun samenwerking is maar kort geweest. Hoewel Willibrord in de jongere Bonifatius een opvolger zag, distantieerde deze zich juist van hem. Hun wijzen van missioneren en wellicht ook hun karakters verschilden te veel. Veel missionering in die tijd ging in het spoor van landverovering-en. Vaak ging dit met geweld gepaard, gedwongen doop en belastingbetaling aan de kerk. En even vaak keerde het tij en werd alles wat was opgebouwd weer verwoest en de christenen verdreven. Willibrord heeft die momenten van opbouw en afbraak ook veel meegemaakt. De processie ter ere van hem laat dit goed uitkomen: drie stappen naar voor en twee naar achter! Hij heeft de naam apostel van de Friezen te zijn, maar hij is er veelal verjaagd en heeft alleen beneden de rivieren vruchtbaar kunnen werken.
Er was ook in zijn tijd kritiek op de gewelddadige en dwingende wijze van missioneren. We danken er éen van zijn levens-beschrijvingen aan: die van Alquin, die geschreven is 60 jaar na Willibrord’s dood. Alquin schreef het verhaal om in zijn tijd een andere wijze van missioneren meer naar voren te halen, namelijk die van Willibrord.
II De keuzes van Willibrord
Nieuwere studies proberen Willibrord te begrijpen vanuit zijn jonge jaren en achtergrond. Zijn achtergrond is de kerkgeschiedenis van Engeland. Deze is beschreven door Beda, een tijdgenoot en ook een biograaf van Willibrord. Vóór de kerstening van de Angelsaksen binnen de Romeinse kerk waren er al een Britse en Ierse kerk naar Iers-keltisch model. Beide kerken (of kerkmodellen) bestonden lang naast elkaar, maar raakten meer en meer op gespannen voet met elkaar en de tegenstelling kwam tot een hoogtepunt aan begin van Willibrord’s leven. Hij groeide op in de abdij van Ripon die tot de Ierse richting behoorde; maar tijdens zijn vorming daar voerde de nieuwe abt de regel van Benedictus in en dus het Romeinse kerk-model. Als Willibrord volwassen is geworden trekt hij naar een klooster in Ierland. Hij kende dus beide tradities uit eigen ervaring. Beide stromen gingen nog lang min of meer naast elkaar. Maar er ontstond ook een 3e stroming die de besluiten van een bepalende synode wel aanvaardde, en dus trouw was aan Rome, maar verder vasthield aan de opvattingen en vooral de spiritualiteit van de Iers- Keltische kerk.
Als Willibrord dus – tegen de stabilitas in – verhuist naar een Iers klooster is het waarschijnlijk dat hij kiest voor deze 3e stroom tussen de partijen in met een sterk verlangen naar persoonlijke heiliging én pelgrimeren. In 690 is het zover, hij heeft voldoende rijpheid om te gaan missioneren. Hij werkt m.n. als reizende bisschop vanuit het klooster van Echternach, een klooster voor pelgrims en een spiritueel centrum voor zijn missioneringswerk.
Aan Echternach laat hij ook al zijn bezittingen na, niet aan zijn bisdom Utrecht.
Willibrord’s wijze van missioneren is door Alquin waarheidsgetrouw getekend (dit vind bevestiging in meerdere bronnen). Kloosters (vooral het onderwijs) spelen er een essentiële rol bij. Verspreid over zijn missioneringsgebied bouwde hij kerkjes en kloosters, als een soort christelijke eilandjes die langzaam uitgroeiden en in elkaar overliepen. Hij vertrouwde op de kracht van het Woord en zette in op een langzame maar duurzame weg: hij onthield zich van geweld, predikte met veel geduld en volharding, en wilde vooral overtuigen door argumenten en voorbeelden en hij zette in op een goede katechese vóór de doop. Pelgrimeren vormde een medebepalend onderdeel; geloven is op weg zijn en in beweging blijven. Uittrekken als pelgrim en vreemdeling, in zijn bisschopsstad was hij zelden te vinden. De persoonlijke uitstraling was daarbij van belang en een eigen gegrond geloof. En zelf getrouw voorleven wat je preekt. Er zijn verschillende bronnen die aldus ook over hem getuigen. Hij werd al vroeg omschreven als: ‘naakt voor de wereld, maar vol van God’.
III Bezinning
Wat kunnen we leren van deze grote voorganger in geloof in een maatschappij die ons meer en meer dwingt om opnieuw te missioneren? Willibrord koos er duidelijk voor om te beginnen bij de ander en hij koos voor de omvorming van wat er al is, zoals ook Paulus aansloot bij de ‘onbekende god’ van de Grieken. Voor hem was dat bv. bronnen boren voor goed drinkwater en dan verwijzen naar Christus als bron van levend water, van eeuwig leven / dopen met levend water / en preken over het wonder dat water wijn werd.
Willibrord was monnik én missionaris. Franciscus zou het wel goed met hem kunnen vinden denk ik zo. Beiden bleven dicht bij wat er leefde onder mensen; maar bleven evenzeer diep verbonden met de grote gemeenschap van de kerk. Ze trokken geweldloos rond en probeerden Gods Woord te verkondigen, meer nog door hun voorbeeld dan door hun woorden.
Soms zijn het misschien maar kleine kringen van mensen die geraakt worden en erin willen delen. Maar kringen kunnen uitdijen, elkaar ontmoeten in de grotere ruimte van de omvattende kerk en daarin elkaar versterken. Zelfs waar het botst kan er een kans liggen naar aanvulling en verrijking. Laten ook wij voortgaan, met een lange adem, maar gestaag en ‘vol van God’.