Lucas 24,35-48 – zr. Chiara

Inleiding:

Broeders en zusters,
welkom in deze vigilieviering van de 3e zondag van Pasen. Wij zijn hier samen in de aanwezigheid van God onze Vader, onze verrezen Heer Jezus Christus en de heiliger Geest. Amen.
In het lied dat we net zongen hoorden we waar het in deze eerste zondagen van Pasen over gaat. Jezus verschijnt aan zijn leerlingen. Het is plotseling dat Hij in hun midden komt. Hij nodigt ze uit om Hem aan te raken. Hij vraagt of er iets te eten is, brood of vis. En deze zondag loopt Hij met hen op naar Emmaus.
Tijdens die wandeling legt Hij de schriften uit, Hij maakt hun geest ontvankelijk voor het begrijpen van de schrift. Daarna krijgen ze de oproep om te getuigen van Hem, van wat ze gehoord en gezien hebben.
Jezus komt in deze eerste verhalen ook ons tegemoet, maar herkennen wij Hem?

Bezinning:

‘Waarom ben je ontsteld en waarom komt er twijfel op in je hart?’ is de vraag van Jezus.
Herkennen we die vraag van Jezus ook voor onszelf. Zijn wij soms ook ontredderd en gaan we twijfelen aan alles? Zien wij uit naar een verlossend woord?

Zien ook wij uit naar de Levende,
naar Hem die ons lief is.
De Levende komt ons tegemoet.
Zijn zending is niet geëindigd met zijn lijden,
zijn sterven,
zijn verrijzenis uit de doden op de derde dag –
zij begint pas!

Hij komt ons tegemoet.
Maar hoe herkennen we Hem?
Hij is zo vreemd, zo ánders!
En toch, opeens, laat Hij zich kennen.
De Emmausgangers dachten dat Hij een vreemdeling was, maar herkenden Hem aan het breken van het brood.
De andere leerlingen beefden van angst –
ze meenden een geest te zien.
Maar Hij maakt zich herkenbaar:
‘pak me maar vast, voel maar!
Kijk maar naar de wonden in mijn handen en mijn voeten.
Geef me iets te eten!’
En de schellen vallen hun van de ogen. Hij is het zelf!

En wij, hoe herkennen wij Hem?
Wij zien uit naar de Levende in ons midden.
Maar als Hij komt, hoe herken ik Hem dan?