1 Johannes 4,11-16 en Johannes 17,11b-19 – zr. Marijke

Inleiding:

Broeders en zusters,
We mogen ons welkom weten in het huis van de Heer en samen zijn in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen
De 7e zondag van Pasen valt tussen Hemelvaart en het feest van Pinksteren in en daarmee deze vigilieviering ook.
De leerlingen zijn in afwachting van de andere helper de Heilige Geest, ze hopen en verlangen naar een nieuwe aanwezigheid van de Heer in hun midden en in hun hart.
Zoals wij nu onze retraite houden met een verlangen naar de nabijheid van de Heer.
Aan het einde van deze vigilie zullen we bidden om de Heilige Geest, maar eerst horen en overwegen we de woorden van het Evangelie van deze zondag.
Daarin horen Jezus bidden tot Zijn Vader. Laten we dit verstaan als een uitnodiging om ook nu met elkaar te bidden.

Bezinning:

Is het niet een beetje raar dat we voor de viering tussen Hemelvaart en Pinksteren een stukje Evangelie voorgeschoteld krijgen waarin verteld wordt over een gebeurtenis die op Witte donderdag plaats vond? Wat we hoorden speelt zich volgens het Johannesevangelie namelijk af in ruimte waar Jezus vlak voor zijn lijden en sterven met zijn leerlingen het paasmaal vierde.
Je zou deze zondag misschien eerder iets verwachten over de komst van de Heilige Geest of over het leven van de Christenen.
In plaats daarvan krijgen we een stukje dat als een belangrijke aanloop naar het lijdensverhaal door Johannes is opgetekend. Een stukje van wat Jezus als zijn testament heeft uitgesproken toen Hij wist dat Hij ging sterven.
We gaan dus even terug in de tijd. Dit klinkt vreemd, maar voor wie wat van rouwen weet is het een herkenbaar fenomeen. Mensen grijpen na het sterven van een geliefde vaak nog even terug naar de laatste woorden en momenten. “Weet je ’t nog wat hij ons toen op het hart heeft gedrukt ?”, en ze halen uit die woorden kracht om voort te kunnen tussen de liefde en de leegte. Zo zal het waarschijnlijk ook de leerlingen van Jezus zijn vergaan. Trouwens is niet elke Eucharistie een herhaling, herdenken en herinneren van de laatste keer samen aan tafel met Jezus?
Johannes heeft heel dit gebeuren op een eigen manier wat verder en dieper willen ontdekken en dit in de vorm van een testament van Jezus weergegeven. Zo krijgen we nieuwe waardevolle accenten, die eigenlijk pas aan het licht zijn gekomen na jaren samen met de andere eerste Christenen over Jezus gesproken te hebben. En Zijn leven te hebben gevierd.
Je zou kunnen stellen dat het laatste avondmaalverhaal vooral het accent legt op het ‘breken en delen’. Jezus geeft zichzelf helemaal uit liefde en nodigt uit om op eenzelfde manier in het leven te staan. Het ‘gevende’-karakter van de liefde staat centraal.
Johannes zelf voegt aan het gebeuren van het laatste avondmaal de voorafgaande voetwassing toe. Waardoor er ook een dik accent komt te staan op dienstbaar zijn naar anderen. De minste willen zijn. Dienaar en dienares van allen.
Wanneer Jezus bidt om eenheid zoals we vandaag hebben gehoord, en ons ook de wereld inzendt om die eenheid mee te helpen te realiseren dan zijn precies het breken en delen en het dienstbaar zijn de manieren om dat heel concreet te doen.
Op deze zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren mogen we daarbij misschien opmerken, dat dit niet zonder hulp van de Heilige Geest kan.
We hoeven alleen maar te denken aan de vruchten van de Heilige Geest, zoals die door de apostel Paulus in zijn brief aan de Galaten worden genoemd. Liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Zou het ooit mogelijk zijn om deze vruchten te plukken als we niet om te beginnen onszelf kunnen wegcijferen voor anderen? Onszelf breken en delen. Zelf door de knieën gaan om van dienst te zijn. Als we alleen maar ons eigen succes najagen, onszelf in het middelpunt plaatsen, blijft ons leven dor en vruchteloos. Juist deze zondag onderweg naar Pinksteren mogen we dan ook de hulp aanroepen van de Heilige Geest om deze goede werken te realiseren. Dat onze dienstbaarheid en onze bereidheid om te breken en te delen rijke vruchten mag dragen voor ons en anderen. Dat het zo in het gewone concrete leven van elke dag mag beantwoorden aan Jezus zo innige gebed: dat we één zijn en steeds meer worden.