Marcus 1,21-28 – zr. Agatha

Inleiding:

Het is de 4e zondag door het jaar….Begin van Jezus openbaar leven. Met een enorme vaart beschrijft Marcus dit begin van Jezus optreden. Vorige week zondag begon met:
Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde de “Blijde Boodschap.” Hij zei: “De tijd is vervuld en het rijk Gods is nabij; bekeert u en geloof in de “Blijde Boodschap”.
Onmiddellijk gaat Hij mensen roepen om Hem te volgen. Ze komen, ze gaan mee!! De tekst die we zo dadelijk zullen horen sluit hier naadloos op aan. Jezus gaat iets nieuws beginnen. Ook wij worden uitgenodigd Jezus op zijn tocht te volgen.

Overweging:

Na de moord op Johannes de Doper, gaat Jezus naar Galilea en roept Simon en zijn broer Andreas, Jacobus en zijn broer Johannes en gaat Jezus naar Kafarnaum. Zijn leerlingen volgen Hem.
De eerste de beste sabbath treedt Jezus daar in de synagoge op als leraar. De mensen zijn buiten zichzelf van verbazing. Deze verbazing werd nog groter bij wat ze zagen gebeuren met de onreine geest. De bezetene werd door elkaar gerammeld, gaf nog een schreeuw en verdween. Jezus had hem het zwijgen opgelegd. Prachtig als de mensen geloven in de “Blijde Boodschap en Jezus ervaren als profeet. Een gezondene van Godswege. Maar de heersende opvatting over de Messias was wel, dat Hij aardse grootheid en macht toe kwam en zij zich geen lijdende en vernederde Messias voor konden stellen, Hoewel die toch zò door de profeten voorzegd was.
Jezus weet zichzelf wel de lijdende dienaar Gods. Hij zal de nederigheid en menslievendheid van de Vader in heel zijn handelen en zìjn laten zien. Hij zal Gods “Blijde Boodschap” verkondigen en ons uitnodigen deel te krijgen aan Zijn goddelijk leven.
Jezus kondigt een nieuwe manier van leven aan. Een leven waar liefde in vrijheid gedaan kan worden. Een rijk van licht en volop leven.
Onmiddellijk zal als dat verkondigd gaat worden, de duisternis en onvrijheid zich manifesteren. Ze zal het uitschreeuwen, om macht roepen – maar Jezus woord: zwijg stil is onweerstaanbaar.
Het is het eerste waar Jezus de mens, die geschapen is naar Gods beeld, van deze onvrijheid genezen. De mens zijn – haar vrijheid hergeven, om God en de naaste waarachtig lief te hebben.
Ja, de mens genezen om voluit te kunnen leven. De mens laten ervaren dat er genezing is , dat er vergeving is, dat nieuw leven mogelijk wordt – onvoorwaardelijk, om niet. We hoeven alleen te willen ontvangen. Open te staan. Zo eenvoudig is het èn tegelijk zò moeilijk.
Want we moeten bereid zijn ons oude patroon los te laten en Hem Jezus, achterna te gaan in zijn dienaar zijn, zonder macht en aanzien. En dat niet èèn keer, maar telkens, elke dag in ons dagelijks doen en laten.