Lucas 3, – zr. Emmanuel

Inleiding:

Broeders en zusters, de genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met ons allen. Amen.
Het is de derde zondag van de Advent. Gaudete! wordt ons deze zondag aangezegd; verheugt u! Ja, de vreugde van Kerstmis schemert al wat door. Het duister van de nacht wordt even doorbroken door een straal van het ware Licht dat in de wereld gekomen is, en in de wereld komen zal.
De vreugde die ons deze zondag wordt aangezegd is echter nog niet de uitbundige, allesoverheersende vreugde die eens ons deel zal zijn. Dat kan ook niet, want er is nog genoeg duisternis om ons heen, nog genoeg wat ons tot droefheid stemt.
De vreugde van zondag Gaudete is een stille, maar onmiskenbare vreugde, een vreugde die verborgen aanwezig is in en doorheen alles wat ons overkomt, in ons leven van alledag. Het is de vreugde die vast ook Jozefs deel is geweest. Deze trouwe rechtvaardige, wiens leven zich grotendeels in de stilte en het verborgene heeft afgespeeld, is onze gids in deze Advent. Van hem kunnen we leren om vanuit een gerijpt verlangen en een groot geloof, de vreugde te smaken die God ook voor ons bestemd heeft. Richten wij ons daartoe biddend tot God:

God, Vader van alle barmhartigheid,
U hebt uw Zoon en zijn moeder Maria
aan de liefdevolle zorg van de heilige Jozef toevertrouwd.
Wij bidden U:
leer ons de vreugde smaken die U ons schenkt
in en doorheen alles wat ons overkomt,
in ons leven van alledag.
Wij vragen het U in zijn Naam:
Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.

Bezinning:

‘In het hart van de christen is er vreugde. Altijd. De vreugde die onthaald wordt als een gave en die gekoesterd wordt om haar te kunnen delen met anderen.’ Dit citaat van paus Franciscus verscheen een aantal jaren geleden op zijn twitteraccount. De paus bedoelt hiermee niet te zeggen dat er in het hart van een christen geen droefheid kan of mag zijn. Of dat droefheid eerst het veld moet ruimen om plaats te maken voor vreugde. Nee, juist in de droefheid, juist in en doorheen dat wat ons overkomt, is ook de vreugde aanwezig, hoe paradoxaal dat ook klinkt. Omdat God er aanwezig is. Het is de vreugde van zondag Gaudete, de vreugde die van belang is als ook wij de vraag stellen waarmee het Evangelie van deze zondag opent: ‘Wat moeten wij doen?’ De vreugde geeft de richting aan waartoe God ons uitnodigt, zij leert ons te doen wat Hij wil dat wij doen.
‘Wat moeten wij doen?’ Het antwoord van Johannes getuigt in al zijn eenvoud van wijsheid: het is in ons gewone leven van alledag dat wij Gods wil kunnen doen, dat wij door daden van goedheid, gerechtigheid en vrede Gods rijk op aarde gestalte kunnen geven. Wij hoeven en kunnen niet de Messias zijn. Johannes weet dat hij de Messias niet is, en dat ook wij de Messias niet zijn. Johannes vindt hier zijn vreugde in, zoals in een ander Evangelie staat opgetekend. Daar zegt Johannes: ‘Dit is mijn vreugde en ze is volkomen: Hij moet groter worden en ik kleiner.’
Hier raken Johannes en Jozef elkaar opnieuw. Beiden wisten zich wegbereider van hun Heer, en beiden maakten plaats voor Hem. Ook Jozef heeft in zijn leven meer dan eens de vraag gesteld wat hij moest doen. In en doorheen alles wat hem overkwam, zocht hij steeds opnieuw het contact met de bron van vreugde in hemzelf, met God.
Steeds heeft Jozef gezocht Gods wil te doen en niet zijn eigen wil. Hij zocht het niet in zelfredzaamheid – ook hij is niet de Messias – , maar bij God-die-redt.
Hij overweegt. Hij wacht. Hij bidt om de Geest van de Heer en zijn heilige werking. Hij doet niets overhaast, maar stelt ook niets uit als het hem eenmaal helder is wat hij moet doen.
Laten wij een voorbeeld nemen aan Jozefs geleefde trouw en toewijding, aan zijn dienstbaarheid, en net als hij verlangen naar de Geest van de Heer en zijn heilige werking. Zo zullen wij weten wat wij moeten doen, en lopen langs Gods paden, onze Heiland tegemoet.