Lucas 19,1-10 – zr. Emmanuel

Inleiding:

Broeders en zusters in Christus, wij zijn hier bijeen in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Van harte welkom in deze vigilie op de vooravond van de 31e zondag door het jaar. Het staat er deze zondag vurig geschreven: Christus is gekomen, en Christus komt om te redden wat verloren is. In het Evangelie horen we hoe Jezus hart en oog heeft voor Zacheüs, hoe Hij Zacheüs redt uit zijn verlorenheid en hem opnieuw verbindt met God en met mensen.
Wat heeft dit Evangelie ons, hier en nu, te zeggen? Welk antwoord vraagt dit Woord van eeuwigheid ons? Richten wij ons nu met een gezongen gebed tot Christus, dat Hij ons vurigheid van hart schenkt om werkelijk te luisteren naar wat Hij ons zeggen wil.

Overweging:

Broeders en zusters, het was een week geleden het ‘woord van de dag’ op de website van Van Dale: ‘kneusjesreligie’. Dit naar aanleiding van een online interview waarin Thierry Baudet het christendom een ‘kneusjesreligie’ noemde, een ‘ideologie voor mislukkelingen’. Het Nederlands Dagblad besteedde er vervolgens een artikel aan, wat weer tal van reacties ontlokte bij haar lezers. De meesten waren van mening dat Baudet blijkbaar weinig van het christendom begrijpt. Maar er was een vrouw, wiens reactie eruit sprong. Zij schreef: ‘Hè, hè, eindelijk ben ik het eens met Baudet. Het christelijk geloof gaat inderdaad niet over mannelijkheid en zeker niet over succes. Ik ben er trots op dat Christus zelf een ‘loser’ (tussen aanhalingstekens) was: iemand die een slavendood stierf omdat Hij zich niet verzette tegen de Romeinse macht. Die geen geweld met geweld beantwoordde en het zelfs afkeurde. Die mensen niet beoordeelde op hun maatschappelijke positie, maar oog had voor de arme, de zieke, de verstotene, de vreemdeling.’ Tot zover het citaat. Eigenlijk zegt ook die vrouw hiermee dat Baudet het blijkbaar niet begrijpt. Want hoewel hij in het interview als ‘argumenten’ wel dingen aanvoert die inderdaad inherent zijn aan het christendom, verstaat hij ze blijkbaar niet. Maar de reactie van die vrouw wijst ons op iets wat nog belangrijker is: verstaan wij, christenen, het? Begrijpen wij het, wat het zeggen wil dat Christus zó in de wereld heeft willen komen en zó in deze wereld heeft geleefd?
Als Christus in het Evangelie van deze zondag zegt dat Hij ‘gekomen is om te zoeken en om te redden wat verloren was’, wat betekent dat dan voor ons? In de eerste plaats dat we mogen zijn zoals Zacheüs. Christus zoekt ook ons. En zijn ogen, peilende, zien; zijn wimpers doorgronden de mens, zoals de psalm zegt. Christus ziet ons, en roept ook ons op om vlug naar beneden te komen, om af te dalen in onszelf en Hem daar, in het binnenste van ons hart te ontvangen. Dat is iets wat we moeten aandurven, zoals Zacheüs, want het betekent dat we worden ontmaskerd. Christus heeft slechts oog voor ons ware gezicht. Hij ziet in een oogopslag hoe het met ons gesteld is. Hij ziet onze armoede, waar we verloren lopen, waar we vervreemd zijn van anderen, waar we alles en iedereen van weghouden, afstoten. Wanneer we het aandurven ons te laten ontmaskeren en vinden, valt ons heil ten deel, nieuw leven, waarlijk leven.
(…)
En er is nog iets wat we dienen te verstaan. Als Christus zó in de wereld heeft willen komen en zó in deze wereld heeft geleefd, betekent dat dat ook wij zó dienen te leven. Als Christus gekomen is om te zoeken en om te redden wat verloren was, geldt dat ook voor ons, want Christus zendt ons zoals de Vader Hem gezonden heeft. Wij delen in Christus’ roeping en zending. Hierin niet delen is geen optie, want zoals Christus eerder in het Lucasevangelie zegt: ‘Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij bijeenbrengt, die verstrooit.’ Wij zijn op deze wereld om in Christus’ voetspoor te gaan. Om hen die verloren lopen actief te zoeken. Om oog en hart te hebben voor de armoede van de ander – in het besef van die van onszelf. Om bij vervreemding en verstrooiing eenheid en verbinding te zoeken en te bevorderen. Heel concreet, in onze eigen gemeenschap, onze eigen omgeving.
Laten wij in de stilte die nu volgt bidden om de Geest van de Heer en zijn heilige werking, om ook hierin Christus te kunnen volgen.