Jesaja 62,1-5 en Johannes 2,1-12 – zr. Agatha

Inleiding:

Welkom in de viering van de tweede zondag door het jaar. Begin van de zondagen door het jaar. Maar ook nog een derde openbaringsfeest, het is als het ware een scharniermoment.
Met het openbaringsfeest van de “wijzen uit het oosten”, zongen we in de
Ochtendviering als tweede strofe over de doop van Jezus en als derde strofe:
De Zoon van God wordt één met ons,
Wij worden bruidegom en bruid,
Water giet Hij als vreugde wijn
In onze aarde vaten uit.
Hij is de bron van leven
De zon van ons bestaan.
Daarmee staan we aan het begin van Jezus openbaar leven.
Wie is Jezus? Hij laat het ons zien; op uitnodiging van zijn moeder:
Doe maar wat Hij u zeggen zal.

Bezinning:

Het eerst wonder. Hierbij valt op dat Maria, zijn moeder een zo’n groot geloof, vertrouwen, naar haar Zoon laat zien, nog voor dat Hij in het openbaar wonderen had verricht. Jezus, die het sein, het uur afwacht dat de Vader Hem zal laten zien, wordt opmerkzaam gemaakt van de “nood” door zijn moeder.
Hier gebeurt iets heel wonderlijks, wat niet gezegd wordt, maar wel vermoed: dat Maria het uur bespoedigd bij de Vader en zij zeggen kan: doet maar wat Hij u zeggen zal.” Daarmee is het uur geslagen van het Verbond wat de Heer met zijn volk – dit is de Kerk – zal sluiten. Het uur heeft geslagen dat Jezus zijn Openbaar leven begint, zijn boodschap van bevrijding, van zijn aanzegging van zijn zelfgave tot het uiterste toe. Zijn mateloze liefde. Het is de “Beste Wijn” die geschonken gaat worden. Het feest kan u beginnen, echt beginnen, er is overvloed waar God zijn Liefde geeft. Gods koninkrijk wordt zichtbaar; een koninkrijk van niet heersen en overheersen, maar een koning die uitnodigt, uitnodigt tot deelname in het navolgen van Jezus als dienstknecht. Hij wil ons betrekken in zijn huwelijksfeest – vul de kruiken – onze aardse wekelijkheid met water. Laat het overvloedig stromen. God wil onze broze menselijke vaten vullen – vervullen – met meest kostelijke wijn – zijn Liefde – Zijn Geest- . Wij hoeven alleen “Ja” te zeggen op het aanbod van de Heer. Het komen van Gods koninkrijk. We worden uitgenodigd. God wacht op ons totdat wij open gaan voor Hem ( zingen we in een lied ). We mogen steeds weer naar Maria’s raad handelen: “doe maar wat Hij u zeggen zal.” Zij Maria, zalig geprezen en voor ons een voorspraak bij haar Zoon en bij de Vader, zij die ons Gods macht en grootheid toont, in liefde en dienstbaarheid.