Matteüs 15,21-28 – zr. Christiana

Overweging:

Jubilate Deo, dierbare zusters en broeders- een jubellied voor de Heer! Het heilig Evangelie doet ons jubelen en deze zondag mij in het bijzonder. Immers, de vrouw die de Kerk ons voorhoudt in de evangelielezing; deze naamloze buitenlandse vrouw: ik ben fan van haar.
En wel om drie redenen:

1. Zij gaat naar Jezus.
Ze durft, deze Kanaänitische vrouw. ‘Kanaäniet’- voor een Jood in de tijd van Jezus betekende dat niet alleen ‘heiden’ ofwel niet-Jood, maar droeg het een beladen bijklank van afgoderij, corruptie, aantasting. Kortom: de moeite niet waard zijn, Gods moeite niet waard, Jezus’ moeite niet waard. Anno 2023 zou men juist zeggen dat Jezus haar moeite niet waard is. Maar dit is het punt: ze laat zich niet leiden door wat men zegt. Haar is namelijk meer gegeven-het betere, het beste deel: dat onbeschrijfelijk ‘iets’ in haar binnenste, noem het haar “X-factor,” dat haar ingeeft dat Jezus wel de moeite waard is, haar moeite. Ze durft- ze durft naar Jezus te gaan, deze naamloze Kanaänitische vrouw.

2. Zij blijft gaan naar Jezus.
Met pit. Ze roept Jezus aan- luid en duidelijk, luid genoeg om de afstand en de afwerende menigte te overstemmen. Jezus lijkt haar echter “in het geheel geen antwoord” te geven. Maar ze blijft gaan naar Jezus. Ze blijft gericht op Hem. Omwille van de liefde, de liefde voor haar dochter.
En als Jezus haar dan antwoordt zegt Hij: “Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van Israël.” Niet alleen heel de Joodse gemeenschap wijst haar af, met de leerlingen van Jezus vooraan, maar Jezus zelf lijkt haar af te wijzen. Genoeg voor menigeen om zich af te keren van Hem. Maar nee, niet deze Kanaänitische vrouw. De afwijzing van de mensen brengt haar juist dichterbij Jezus, zelfs zo dichtbij dat ze zichzelf “geheel voor zijn voeten kan werpen.” Het gaat nu om haar en Jezus -heel intiem-: “Heer, help mij!”
Maar dan komt bovenop de afwijzing een belediging, een vernedering. Wellicht moeilijk voor te stellen in onze wereld waarin veel honden het beter hebben dan de meeste straatkinderen. Maar toentertijd was het een belediging om iemand te vergelijken met een hond.
En dan komt het. Ik weet niet wat men precies bedoelt als men iemand ‘pittig’ noemt, maar voor mij is deze Kanaänitische vrouw het toonbeeld van ‘pittig.’ Haar durf, haar X-factor, bestaat uit meer dan louter luid geroep: ze luistert aandachtig…en vanuit de stilte van haar geheel gericht zijn op Jezus antwoordt ze de schijnbare belediging- met humor. Het soort humor dat in het Oude Testament ‘wijsheid’ wordt genoemd: het vermogen om in een soort ‘duel van verstandigheid’ de ene wijze spreuk met de andere te overtreffen, raadsel met raadsel, belediging met belediging, of in dit geval: de wijsheid om de belediging in een belofte om te zetten. Ze durft, deze naamloze Kanaänitische vrouw.

3. Zij blijft bij Jezus (als een hond).
Hoe is het mogelijk? Jezus geeft het antwoord: “Vrouw, groot is uw geloof!” En wat zag zij dan, dat zij geloofde? Jezus. Zij zag Jezus. Ze keek in zijn ogen en zag dat Hijzelf het antwoord was op haar roepen, op al haar verlangens. Zij zag in zijn Gelaat dat Hij haar dochter meer liefhad dan dat zij ooit had kunnen bevroeden, oneindig veel meer dan zij zelf haar dochter lief had. Bovenal zag zij in zijn blik dat Hij haar liefhad als geen ander, als was er geen ander. Een openbaring die geen oog had gezien voor haar en niet heeft gezien na haar, niet zoals zij dat kon, als geen ander. Jezus’ “X-factor” : zijn Godheid- de onbeschrijfelijke liefde van de Vader: ze zag en ze geloofde.
Het contrast kon niet groter zijn: de Joden van de voorgaande hoofdstukken in het Evangelie die geen oog hebben voor Jezus en Hem willen afwijzen en vernederen, en deze Kanaänitische vrouw, die alleen oog heeft voor Jezus, ondanks de schijnbare afwijzing- tot vernedering toe. Ze verdedigt zichzelf niet, niet eens haar gelijk, haar recht. Ze doorziet de onzin van een schijnbeeld van de ik dat men voorhoudt aan anderen, geketend aan wat anderen denken en zeggen. Ze verdedigt alleen dat ene wat er wel toe doet: de X factor van Jezus, weerspiegeld in haar ogen. Van Aangezicht tot aangezicht: Zijn Beeld wordt haar beeld: Zijn X-factor, haar X-factor.
En dan, dan maakt het niet uit wat of hoe men gezien of genoemd wordt door anderen: hond of heilige, het valt in het niet in het licht van zijn Gelaat: de X-factor van het geloof dat Vreugde doet ontspringen als levend water, Leven gevend aan eenieder die uit liefde gebracht wordt voor zijn Aanschjin, wiens blik, zelfs de hond -met het kleinste kruimeltje -vrolijk doet kwispelen met zijn staart, als bode van de Blijde Boodschap. (Tob. 11: 9 Vul.)