Matteüs 4,1-11 en 2BrAgn 10-14 – zr. Emmanuel

Inleiding:

Zusters en broeders, wij mogen ons allen welkom weten in de ruimte en de liefde van God, Die is: Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen.
We zongen het zojuist: Geboren om te leven, aanvaarden wij de reis… Inderdaad: het diepe besef dat wij geboren, bestemd zijn om te leven, heeft ons de reis doen aanvaarden, heeft ons op tocht doen gaan. Een tocht van veertig dagen, van veertig dagen en nachten. Een tocht van veertig jaren, een mensenleven lang. Om straks met Pasen -en steeds opnieuw – geboren te worden en op te staan ten leven.
Onze reis voert ons allereerst de woestijn in. De woestijn: een plaats van dorheid en leegte. Er is niets om ons achter te kunnen verschuilen, niets om ons aan vast te klampen. De woestijn is bij uitstek de plaats waar geen enkel houvast meer te vinden is. Of te vinden lijkt, want de woestijn blijkt tegelijk een oefenschool in loslaten, en precies in dat loslaten kunnen we écht houvast vinden.
De Veertigdagentijd is een tijd van genade, waarin we daartoe uitgenodigd worden. We mogen de dingen loslaten waarin we in ons leven van alledag zo vaak ten onrechte ons houvast in zoeken. En in de ruimte die dan ontstaat ontdekken we wat – en Wie – ons nu wezenlijk houvast biedt. Jezus gaat ons deze zondag daarin voor. Hij houdt stand waar het volk in de woestijn bezweken is, waar reeds de eerste mens bezweken is.
In deze viering leggen we ook ons oor te luisteren bij de heilige Clara. Zij spoort ons aan ons houvast vast te houden, en helpt ons op weg. Richten wij ons nu eerst met een gezongen gebed tot Christus, in en vanuit het geloof en met de bede dat Hij ons vasthoudt.

Bezinning:

‘Houd je houvast vast’, schrijft Clara. Maar wat voor houvast bedoelt zij? Clara heeft zelf ervaren hoe mensen geneigd zijn hun houvast te zoeken in bezit, in macht en aanzien, in succes. En zij heeft gezien hoe Christus een andere weg gewezen heeft en die weg voor haar geworden is. Ook Agnes is die weg opgegaan, en Clara wil haar daarin bemoedigen. ‘Houd je houvast vast, doe wat je doet en geef niet op’, schrijft Clara haar. Om er tenslotte aan toe te voegen: ‘want anders kun je je geloften aan de Allerhoogste niet inlossen in die volmaaktheid waarin de Geest van de Heer je geroepen heeft.’ Daar gaat het om. Niet om het houvast op zich, als zou dat ons vrijwaren van de turbulentie van het leven, als zouden we ons zo kunnen hullen in een cocon van veiligheid en zekerheid. We zijn immers geroepen om te léven, niet om te overleven.
Clara spoort Agnes aan om haar houvast vast te houden, opdat ze trouw kan zijn aan dat waartoe de Geest van de Heer haar roept, opdat ze ten volle kan leven zoals God haar bedoeld heeft…
Bij Matteüs horen we hoe Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd wordt. Bij zijn doop heeft Hij de hemel open zien gaan en diezelfde Geest in de gedaante van een duif op zich zien neerdalen. Hij heeft er de stem van zijn Vader gehoord, die Hem ‘mijn Zoon, mijn veelgeliefde’ noemde. In de leerschool van de woestijn leert Jezus wat het ten diepste betekent om Gods veelgeliefde Zoon te zijn. Hij leert er waartoe de Geest Hem roept. Hij leert er, in weerwil van de bekoringen, zijn houvast vast te houden.
De priester Harrie Nouwen heeft de drie bekoringen waar Jezus in de woestijn mee te maken krijgt ook wel vertaald als de menselijke bekoringen om onze identiteit op te hangen aan wat we kunnen, aan wat anderen over ons zeggen, aan wat we hebben. Jezus weerstaat die bekoringen.
Midden in de dorheid en de leegte van de woestijn hoort Jezus als het ware nog het geruis van het water, ziet Hij nog dat weerlicht aan de hemel en hoort Hij die ene Stem. Hij houdt vast aan die Stem die Hem mijn Zoon, mijn veelgeliefde noemde. Die Stem bepaalt wie Hij is, die bepaalt zijn identiteit, de kwaliteit van zijn leven.
In de woestijn komen we doorgaans niet slechts eenmaal in een mensenleven, maar vele malen. En steeds wil de woestijn dan een leerschool zijn om los te laten waar we onterecht ons houvast in zoeken, en te ontdekken waartoe de Geest van de Heer ons – hier en nu – roept. En ook tot ons klinkt het dan: houd je houvast vast!