Lucas 12,32-40 – zr. Angela
inleiding:
Zusters en broeders, van harte welkom in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
De lezingen van deze zondag hebben een hoog franciscaans gehalte en een verrassende actualiteit. De evangelist Lucas schrijft voor een gemeente die de spankracht kwijt dreigt te raken: de wederkomst van de Heer laat op zich wachten, de mensen gaan weer meer denken aan eigen voordeel en gewin, de kloof tussen arm en rijk groeit en op de werkvloer verslechteren de arbeidsomstandigheden in snel tempo. Arbeiders worden uitgebuit en mishandeld.
In de tijd van Franciscus en Clara was het niet anders, en is het in onze tijd wel anders?
Lucas probeert het tij te keren. Hoe doet hij dat? Daarover gaat het in deze vigilieviering. Laten we samen bidden tot de Eeuwige, die wij nooit hebben gezien en bij wie toch alles begint.
overweging:
Jezus is de weg naar Jerusalem ingeslagen en geeft onderweg onderricht aan zijn leerlingen, dus ook aan ons. We lijken veel te moeten, Jezus’ adviezen tuimelen over elkaar heen:
-wees niet bang
-verkoop je bezit en geef aalmoezen
-Zorg voor beurzen die niet verslijten
-verzamel een onuitputtelijke schat in de hemel
-Houd je lendenen omgord en je lampen brandend
Maar deze adviezen, aansporingen, zijn niet de basis. De basis zit vooral in de zaligspreking die hierna volgt: Gelukkig de dienaar die de Heer bij zijn komst wakende zal vinden.
Gelukkig. Geluk heeft weinig te maken met rijkdom en macht, geluk gaat over het volgen van je bestemming. Geluk gaat over het luisteren naar de stem van het verlangen in je binnenste, naar het fluisteren in je hart door de Eeuwige bij wie alles begint. Jezus was gelukkig, ook al was zijn weg niet eenvoudig en gaandeweg steeds eenzamer en liep die uit op de kruisberg te Jerusalem. Franciscus en Clara waren gelukkig in de navolging van de arme Gekruisigde, want God zelf was hun rijkdom en dat was hun genoeg.
Gelukkig de dienaar die de Heer bij zijn komst wakende zal vinden. Wat houdt dat waken en dienen van die dienaar in? Jezus legt het later uit: hij doelt op die dienaar die de Heer over zijn dienstvolk zal aanstellen om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven. Om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven – dat is de taak van die dienaar. De taak van de dienaar is niet de prikklok in de gaten te houden, niet het arbeidstempo op te schroeven, en zeker niet om het dienstvolk te mishandelen en uit te buiten. De taak van de dienaar is om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven. Gelukkig de dienaar die de Heer bij zijn komst daarmee bezig vindt.
Wie is die dienaar? Lucas wekt verborgen een beeld van die dienaar wakker. Hij geeft een paar signalen af:
1.De dienaar moet het dienstvolk te eten geven. Bidden wij God daar niet elke dag om: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’;
2.De Heer is niet thuis omdat hij naar de bruiloft is. Een bruiloft is een bijbels en ook in de traditie veel gebruikt beeld voor het liefdesverbond tussen God en zijn volk, soms nu al even, maar vooral als onze toekomst. Het perspectief van dit evangelieverhaal is de bruiloft tussen God en mensen.
3.Gelukkig de dienaars die de Heer bij zijn komst wakende zal vinden. De Heer zal zich omgorden en hij zal hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om hen te bedienen. De Heer zelf is de dienaar! Dit zich omgorden, aan tafel nodigen en dienen is in het Johannesevangelie het bewijs van Jezus’ liefde tot het uiterste toe. Franciscus laat zich het verhaal van de voetwassing voorlezen bij zijn sterven, we vinden het ook terug in Clara’s Privilege van de armoede.
4.Voor het woord dienstvolk gebruikt Lucas een opvallend Grieks woord: therapeia, denk aan ons woord therapie. Therapeia betekent: dienst, wake, zorg voor, het herstel dienen. Heel het dienstvolk is geroepen therapeutisch te zijn, bedacht op het doen voor anderen wat goed en heilzaam is.
Kortom: de dienaar is God zelf, die tot ons komt in Jezus Christus. Hij is het die ons voedt, die ons uitnodigt voor de bruiloft, die zich omgordt om ons te bedienen en die ons vraagt dat wij gaan dienen zoals Hij, bedacht op het goede en heilzame voor allen.
Hoe kunnen wij tot zijn dienstvolk gaan horen? We kunnen de adviezen van Jezus opvolgen, maar laten we vooral de reden onthouden die Jezus voor al deze adviezen geeft: want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Helaas is dat woordje want in de Nederlandse vertaling weggelaten, waardoor precies dat redengevende ons gemakkelijk kan ontgaan. Geluk begint bij het luisteren naar de stem in je hart van de Eeuwige bij wie alles begint. Want waar uw hart is, daar zal ook uw schat zijn.