Matteüs 14,13-21 – zr. Angela

Overweging:

Wat heeft Jezus gehoord, dat Hij per boot uitweek naar een eenzame plaats om alleen te zijn? Hij had van de leerlingen van Johannes de Doper gehoord dat Johannes door een gril van Herodes onthoofd was.
Jezus heeft een dierbare zielsverwant verloren. Hun wegen liepen uiteen, maar op beslissende momenten vonden zij elkaar. Jezus zoekt de eenzaamheid op om zijn verdriet te kunnen toelaten en doorleven. Bovendien is de gewelddadige dood van Johannes voor Hem ook een spiegel waarin Hij de zeer waarschijnlijke gewelddadige afloop van zijn eigen leven kan voorzien. Hij verlangt ernaar om alleen te kunnen zijn om tot zichzelf te komen en zich te hervinden in het contact met God, in wiens goedheid en luister wrede koningen als Herodes verbleken en vergruizelen.
Jezus krijgt weinig kans om alleen te zijn. Wanneer Hij van boord gaat, stuit Hij op een grote menigte mensen die Hem achterna waren gegaan. Ook zijn leerlingen blijken ter plekke te zijn. Hoe reageert Hij op deze botsing tussen zijn eigen verlangen om alleen te zijn en de behoefte van de mensen om bij Hem te zijn? Jezus maakt een keuze: Hij keert zich niet van de mensen af, want Hij wordt tot in zijn ingewanden door hen bewogen en geneest hun zieken. Als de avond gevallen is stelt Hij een lichtend teken van zijn roeping en zending van Godswege: hoewel er niets anders voorhanden is dan vijf broden en twee vissen, opent Hij zijn hand en verzadigt allen vanuit de overvloed van zijn Vader.
Het is een profetisch teken, waarin de uitnodiging van de profeet Jesaja doorklinkt: Kom, wie dorst heeft, hier is water; en allen die geen geld hebt, kom, koop koren en eet zonder geld. En het is een voorteken van Jezus’ eigen eucharistische zelfgave. In de confrontatie met de gewelddadige dood van Johannes de Doper ziet Hij zijn eigen levenseinde als in een spiegel en vindt Hij de kracht om desondanks vast te houden aan zijn diepste roeping. Hij stelt zijn vertrouwen in God en geeft zichzelf als levend brood aan onze wereld.
Jezus laat de mensen voorgaan, maar niet zo dat Hij zichzelf voorbij loopt en zijn eigen verlangen vergeet. Meteen nadat allen gegeten hadden dwingt Hij zijn leerlingen in de boot te gaan en alvast naar de overkant te varen. Dwingt, het staat er echt, er is nu geen ontkomen meer aan. Terwijl de leerlingen in de boot stappen, stuurt Hij zelf de grote menigte mensen weg en gaat de berg op om te bidden, Hij alleen. Jezus brengt de nacht alleen in gebed door.
En wij? Wat doen wij als tegenslag en tegenwind, verlies en neergang ons overkomen en de toewijding van ons leven op de proef stellen? De psalmist brengt zich biddend de goedheid en luister van Gods koningschap te binnen, Jezus zoekt een stille plek op om alleen te zijn, Clara kijkt altijd naar haar begin. En ik? Wat doe ik?