Mattheüs 11,25-30 – zr. Esther

Inleiding
We horen deze zondag een kleine parel uit het Evangelie van Mattheus. Te midden van de weerspannige realiteit die Jezus meemaakt, klinkt er opeens een passage van een totaal andere sfeer en diepte.
Laten we luisteren en nader overwegen wat het ons te zeggen heeft.

Overweging
Ik benoemde de tekst die we hoorden als een Parel van Mattheus. Het eerste gedeelte vinden we ook bij Lucas, maar voor het tweede gedeelte put Mattheus, die oud en nieuw altijd tracht te verbinden, uit de wijsheid van Jezus Sirach. Maar wat vooral opvalt is de setting van deze tekst bij Mattheus. Wat voorafgaat is dat Jezus aan het verkondigen en onderrichten is. Dan bereikt hem de vraag van Johannes de Doper of Hij de komende is voor wie hij de weg bereidde. Jezus antwoordt dan wat Hij doet en wat allen kunnen horen en zien. Vervolgens geeft Hij getuigenis over Johannes; en schetst dan hoe mensen op hen beiden reageren, dat is verre van enthousiast! Jezus rondt het af met het woord: “Hoe waarachtig de wijsheid is, blijkt uit haar werken”.
Vervolgens keert Hij zich tegen de steden waar al zijn wondere werken gebeurd zijn, maar die zich niet bekeerd hebben. En Hij reageert fel: “Wee u ….”, en Hij wijst op het oordeel dat zal vallen. Jezus klinkt ronduit verontwaardigd, teleurgesteld.
En dan staat er:  ‘in die tijd….’. In het Grieks staat er eigenlijk: “antwoordend zei Jezus…”.  Het is een abrupte overgang.
Jezus keert zich af van zijn publiek en keert zich tot zijn Vader, antwoordend…..  Het duidt erop dat er onder en in alles een dialoog gaande is, een afstemmen op de Vader. Heel duidelijk komt naar voren hoe Jezus zichzelf ervaart, in gesprek met zijn Vader, uit zijn hand alles ontvangend en in zijn hand alles teruggevend. Een wederkerig elkaar kennen en openbaren. Eenvoudigen blijken het beter en dieper te verstaan dan wijzen en verstandigen.
En dan komt de heel persoonlijke oproep van Jezus om naar Hem toe te komen voor rust en verlichting en om zijn juk op te nemen. Een op het eerste gehoor wat vreemde combinatie. Om tot rust en verlichting te komen denken we er eerder aan om een juk af te werpen! We denken vaak dan aan zo’n juk op je schouders waar twee emmers aan hangen. Dat verdeelt het gewicht wel maar de last blijft. De vraag is of dat het juk is dat Jezus bedoelt. Het juk wordt in de Bijbel zowel in negatieve als in positieve zin aangehaald. In negatieve zin als het juk van slavernij en knechting dat iemand wordt opgelegd. In positieve zin als het juk van de Torah dat wordt opgenomen en dat uiteindelijk de last lichter maakt. Dat is niet zozeer een juk dat je op je krijgt, maar waar je samen een juk mee draagt, paarsgewijs; een juk dat je vrij op je neemt. Paarsgewijs, zo’n juk werd ook wel als beeld gebruikt voor het huwelijk. iets wat men samen aangaat en als het goed is in vrijheid.
In de landbouw ging het altijd om paren van eenzelfde soort: een ervaren dier en een onervaren dier. Want samen onder een juk gaan om een kar te trekken vraagt een leerproces, een afstemmen op elkaar. Eén verkeerde beweging doet aan beide pijn. Een goede samenwerking maakt voor beide alles lichter.
Jezus nodigt ons uit onder zijn juk, om samen met Hem het goede werk voor de Vader te volbrengen. Jezus nodigt ons uit van Hem te leren, samen met Hem de last te dragen. “Kom tot Mij”, een vrije uitnodiging en een aanbod, want Hij draagt mee! Hij biedt ons zijn gezelschap, want zelf nam Hij het juk van de menswording op zich. “Hij deelde ons mens-zijn om ons op te nemen in zijn goddelijk leven”, zijn relatie met de Vader in de Geest.
Wie in het spoor van zijn zachtmoedigheid en nederigheid willen gaan, leren de eigen maat te vinden, niet groter of kleiner dan zij zijn. Ze raken niet uitgeput door alle alle pressie ‘van buiten’ of ‘van binnen’. De zachtmoedige en nederige tred van Jezus kan ons redden van alle lasten en van alle pressie van buitenaf en van binnenuit. Jezus brengt onze ziel tot rust door ons tot Hem zelf te brengen. Als we onze last met Hem delen schenkt Hij verlichting in alle betekenissen van het woord. Hij zelf is de vervuller én de vervulling.