Romeinen 15,15-19a + 16,25-27 – zusters Angela en Chiara

Inleiding:

Zusters en broeders, van harte welkom in deze wake op weg naar Kerstmis, het feest van de geboorte van de Heer. God wordt mens, vlees van ons vlees, been van ons gebeente. Hij deelt ons menszijn en neemt ons op in zijn goddelijke leven – wij worden onontkoombaar en voorgoed aangeraakt door Hem. Maar niet alleen wij….
Op deze laatste zondag van de Advent worden de deuren en ramen wijd opengezet. De introïtus luidt: Hemelen, dauwt uit den hoge; wolken laat als een regen de gerechte neerdalen. Aarde, opent u om de Verlosser voort te brengen. In de eerste lezing raken tijd en eeuwigheid elkaar in de profetie van Nathan tot David: De Heer zal voor u een huis oprichten. Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd standhouden; uw troon staat vast voor eeuwig. En de apostel Pauls trekt de ruimte open als hij schrijft aan de Romeinen dat het evangelie van Jezus Christus aan alle heidenvolken bekend is gemaakt krachtens een opdracht van God zelf. Aarde en hemel, ruimte en tijd, niets wordt niet onontkoombaar en voorgoed aangeraakt.
We keren ons naar Hem die ons in zijn mateloze liefde heeft aangeraakt en op ons toe komt.

Bezinning:

Hemel en aarde, ruimte en tijd. De geboorte van de Verlosser raakt heel de schepping aan, al wat zichtbaar en onzichtbaar is; heden, verleden en toekomst. We moeten de deuren en ramen van onze geest wijd open zetten, want de kerstverhalen zijn grote verhalen. Maar het zijn geen verhalen die zo groot en alomvattend zijn dat ze het concrete hier en nu uit het oog verliezen en niet meer meetellen. Integendeel, het verhaal van de boodschap van de engel Gabriël aan Maria zoomt steeds verder in: op Nazareth, op het huis van Maria, op de gevoerde dialoog en tenslotte op het jawoord van Maria. Heel concreet, toen en daar.
God is zo groot dat Hij oog en hart heeft voor het kleine, voor de kleinen. Je zou willen dat hij medewerker was bij de Belastingdienst, afdeling kinderopvang; dat Hij mee zou denken binnen de EU over het vluchtelingenbeleid; dat Hij in functie was om de coronavaccins rechtvaardig te verdelen over de arme en de rijke landen. Maar God is geen gatenvuller die overal inspringt waar wij steken laten vallen, dat doet Hij niet. Maar dit ene doet Hij wel: Hij wordt mens, Hij komt ons menszijn delen. De grote God wordt zelf klein, een van ons.
Ons leven komt daarmee in zijn licht te staan. Wat wij doen voor de minsten van de mensen, doen wij voor Hem. Wat wij doen voor Hem, doen wij in en door Hem, want het geheim van zijn liefde heeft ons onontkoombaar en voorgoed aangeraakt. Hijzelf zal ons verlossen uit onze duisternis, onze deuren en ramen wijd opengooien en ons hart geven voor alles wat van Hem is: hemel en aarde, ruimte en tijd.

Drie berichten uit de actualiteit:

Madeleine Albright in haar memoires 2001-2019:
Of we nu miljardair zijn of arm, we zijn allemaal door de tijd gebonden, botox en viagra ten spijt. Ziekte is een straatrover, en leeftijd is een geveltoerist die elke nacht slechts één dag steelt; de dief heeft geleerd geduldig te zijn. Dankzij medische vooruitgang functioneren we veel langer dan vroegere generaties. Dat blijkt wel uit de laatste paar Amerikaanse presidentsverkiezingen, met reële kandidaten van ergens halverwege de zeventig. … Ik denk terug aan mijn laatste weken als minister van Buitenlandse Zaken en hoezeer ik toen wenste dat de tijd langzamer voorbij zou gaan. In zekere zin doet hij dat ook, en toch snak ik naar meer. De balans van mijn leven opmaken? Nog niet, ik ben nog aan het tellen. Ik ga door, tot het bittere einde.

Frank Koerselman in zijn boek Wie wij zijn. Tussen verstand en verlangen.
Mensen hebben nu eenmaal de neiging niet op hun plek te blijven. Dat is in de geschiedenis nooit anders geweest. Onvermijdelijk leidt dat tot ontmoetingen met buren, dus tot confrontatie met mensen die anders zijn. Die anderen hebben dan een andere huidskleur, een andere taal, andere gewoontes en andere opvattingen. Ideaal zou het zijn wanneer je vervolgens met respect voor de onderlinge verschillen kunt uitwisselen waaraan je van twee kanten behoefte hebt. Dat creëert handel, maar is ook cultureel verrijkend. De kennismaking met de ander kan je helpen je zelf nog eens te bezinnen op wat je zo vanzelfsprekend vond.

Jeroen van Merwijk:
Dan vind ik het een beetje raar om je eigen ellende boven de oorlog in Syrië te plaatsen, of boven de bootvluchtelingen, de mensen die aan flarden worden geschoten in Afghanistan, het gebrek aan vrijheden in China en Turkije. Dan ben je toch niet goed bij je hoofd als je gaat zitten mekkeren dat je niet met vakantie kunt van de winter vanwege de coronacrisis? Of dat je niet constant om iemands nek kunt hangen? Dan ben je toch ziek? Ja, dat wereldleed, daar kan ik echt troost uit putten, ja. Het relativeert enorm.

Woord voor onderweg van paus Franciscus, zijn antwoord op de vraag welke eigenschappen wij beslist moeten hebben:

Enthousiasme en vreugde. Hieruit kun je meteen een andere eigenschap afleiden die ook nooit mag ontbreken: gevoel voor humor. Om te kunnen ademen is gevoel voor humor van fundamenteel belang. Dat gevoel is nauw verbonden met het vermogen om blij en enthousiast te zijn. Humor helpt ons om een goed humeur te hebben. Als we goedgehumeurd zijn, is het gemakkelijker om met anderen en met onszelf te leven. Humor is als water dat van nature koolzuurhoudend uit een bron komt, het heeft net iets meer: je kunt er leven, beweging in waarnemen.