11 augustus vieren wij het Hoogfeest van de heilige Clara. Ter voorbereiding daarop bezinnen wij ons in onze lezingendiensten op het Testament van Clara. Graag laten we u daarin delen.
Tot en met dinsdag 10 augustus plaatsen wij hier steeds een gedeelte uit het Testament van Clara, met daarop een bezinning van zr. Emmanuel.
In verbondenheid!

18 Met hoeveel zorgvuldigheid en inzet van geest en lichaam
moeten wij dus de opdrachten van God
en van onze vader ter harte nemen
opdat wij met de hulp van de Heer
Hem het talent in veelvoud teruggeven. (vgl. Mt 25,15-23)
19 De Heer zelf heeft ons immers
niet alleen tot model voor anderen aangesteld
als voorbeeld en spiegel,
maar ook voor onze zusters
die de Heer tot onze roeping zal roepen
20 opdat ook zij voor de mensen in de wereld
tot spiegel en voorbeeld zijn.
21 Omdat dus de Heer ons geroepen heeft tot zo grote dingen
dat zij die anderen tot spiegel en voorbeeld zijn
zich in ons kunnen spiegelen,
22 zijn wij zeer gehouden God te zegenen en te prijzen
en ons meer en meer te laten sterken in de Heer
om goed te doen.
23 Daarom zullen wij,
als wij volgens voornoemd model hebben geleefd,
anderen een edel voorbeeld nalaten (vgl. 2 Mak 6,28.31)
en met een zeer kortstondige inspanning
de prijs van de eeuwige zaligheid verwerven. (vgl. Fil 3,14; 1 Kor 9,24)

Bezinning:

Op het moment dat Clara haar Testament schrijft, leidt zij al zo’n veertig jaar een leven van gebed en toewijding in San Damiano. Veertig jaar waarin zij dag na dag gekeken heeft in de spiegel die Christus is. De raad die zij Agnes jaren eerder gaf, is uit haar eigen leven gegrepen geweest: ‘Kijk dagelijks in deze spiegel, o koningin, bruid van Jezus Christus, en spiegel daarin voortdurend je eigen gezicht, opdat je jezelf zo geheel van binnen en van buiten mooi maakt (…) zoals het jou past.’
Ja, Clara heeft gekeken in de spiegel die Christus is, en zich aan Hem gespiegeld. Heel zijn leven was als een spiegel voor haar: zijn geboorte, zijn leven, zijn sterven. In Hem zag zij de onuitsprekelijke liefde die God is, en die God voor ons heeft, weerspiegeld. En tegelijk zag zij in Hem waartoe God ook haar ten diepste geschapen had. Vanuit de spiegel ging God zelf als een licht in haar hart op, en vanuit een volgehouden spiegelen ging zij op haar beurt Gods licht weerkaatsen. Zij werd zelf tot spiegel, door God zelf daartoe aangesteld.
Ook haar zusters delen in die roeping. Ook wij zijn, zo schrijft Clara, als voorbeeld en spiegel aangesteld – voor anderen, voor elkaar. Niet om elkaar het goede voorbeeld te geven, of om de ander eens te laten zien hoe het moet, of juist niet moet. Nee, Clara is wars van elk moralisme. Zij heeft, door te volharden in het spiegelen, geleerd waar te nemen zonder oordeel, en te verwijlen bij wat is, niet meer en niet minder. Voor Clara is spiegelen in de werkelijkheid gaan staan, de werkelijkheid van Gods onvoorwaardelijke, onuitsprekelijke liefde – van waaruit wij geschapen zijn. En tegelijk is het ook door die liefde omgevormd worden, en zo uitgroeien tot de mens die God in ons voor ogen heeft.
Het is zo, en niet anders, dat wij ook spiegel voor elkaar dienen te zijn. Door allereerst te leren waarnemen zonder oordelen, en vóór alles in elkaar de mens te zien die onvoorwaardelijk door God bemind wordt en ook uit diens liefde voortkomt. Wanneer wij daartoe in staat zijn, wanneer wij de ander en diens werkelijkheid hebben geleerd te aanvaarden en te waarderen, kunnen wij de ander ook helpen hetzelfde te doen. En omgekeerd kunnen anderen ook ons te hulp komen, wanneer wij te vaak van de Spiegel wegvluchten en de werkelijkheid niet onder ogen willen of kunnen zien. Ook daarin mogen we de onuitsprekelijke liefde van God aan het werk zien. Er is geen mens van wie we niet iets zouden kunnen leren, zoals Dag Hammarskjöld ooit schreef. Het is God die in allen spreekt en het licht van zijn liefde doorheen alles laat weerspiegelen.