In deze roepingenweek kwamen we al met een filmpje. Maar er valt nog zoveel meer over te zeggen. Daarom nog deze gedachten:
Bij roeping is er altijd sprake van iets dat op je toekomt (ook al komt het van binnenuit); iets van buiten het kader van je eigen denken. Het kan een intense ervaring zijn of een langzaam groeien dat zich opeens verheldert of van kleur verandert. Vergelijkbaar met hoe mensen elkaar kunnen vinden in een relatie. Het kan liefde op het eerste gezicht zijn of een lange vriendschap die opeens een andere kleur krijgt. En alle variaties daar tussenin.
Er is altijd een soort kantelmoment. Ontregelend, een breuk, een appèl, een duw in de rug. Een moment dat je weet en zegt: dát wil ik, dáar moet ik zijn, ik kan niet anders. Die begin-ervaring, dat raak-moment is als een soort wortel die zich de diepte in graaft. En het vraagt om een antwoord, een stellingname. Weer ik het af, negeer ik het of erken ik het, ga ik er op in? Je kunt het wegschuiven, uitstellen, omzeilen. Maar meestal keert het terug op je weg. En als je er wel op in gaat, keert het in feite ook terug. En het zet je steeds opnieuw voor een keuze.
Roeping is een heel persoonlijk gebeuren. In de Bijbel vinden we het terug in alle roepingsverhalen. Jíj wordt opgeroepen, op welke wijze dan ook, door God. Er is een appèl van de Ene op jou. En het gaat dan vaak ook nog om een appèl wat helemaal niet lijkt te passen; dus het ligt vaak niet in het verlengde van je eigen mogelijkheden of je eigen plannen voor zelfontplooiing. En het is een oproep waar alleen jij op kunt antwoorden. Niemand anders kan dat voor je doen. Als je er op ingaat, ervoor kiest, ligt in het beamen van die keuze ook de ervaring van uitverkiezing en zending; van gekózen worden, gezónden worden. Wie de roeping beaamt, er ‘ja’ op zegt, mag vertrouwen op de zegen: de kracht om het te volbrengen.

In het volgen van je roeping blijven er nog allerlei keuzes die je, vanuit je gekozen en gezonden zijn, kunt maken. Allerlei eigen motivaties spelen daarin mee. Maar binnen de gang van een roepingsweg kunnen die van kleur of accent veranderen. De motivatie die je bv. naar een bepaald klooster deed gaan, hoeft niet dezelfde motivatie te zijn die je er ook doet blijven. De richting – in het spoor van God – is bepalender. Het is een weg zoals Christus ons die voorging. Een weg van menswording met alle processen die daar eigen aan zijn; niets uit de weg gaande.
In ons filmpje is dat ook ter sprake gekomen.

zr. Esther
https://www.clarissenmegen.nl/gemeenschap/zuster-worden/