Wij staan voor de Goede week, waarin wij lijden, dood en verrijzen van Jezus Christus gedenken en vieren. In deze week zingen wij, naar een lange traditie, de Klaagzangen. Het zijn fragmenten uit het Bijbelboek Klaagliederen. Oorspronkelijk ontstaan rond de verwoesting van Jeruzalem, maar stem gevend aan het lijden van zovelen door de eeuwen heen. In de komende week waarin het samen vieren extra wordt gemist, willen wij deze liederen en de gedachten die daarbij in ons opkomen met u delen. Er zal steeds een filmpje van het gezongen klaaglied zijn, de tekst en een korte gedachte van de zuster die het lied zingt. Volg ons op ons blog!

Waarom?

De vraag naar het waarom klinkt in deze tijd van crisis zoals ze door heel het menselijk bestaan de eeuwen door al heeft geklonken. Mensen raken er niet over uitgedacht en kunnen er ook niet mee stoppen.
Sluitende antwoorden zijn er niet. Het lijden past in geen enkele schema, model of visie. Het valt op geen enkele wijze te verdedigen of te rechtvaardigen.
De Bijbelse Job nam geen genoegen met alle antwoorden die zijn vrienden hem aanzegden: straf voor zonden, eigen schuldigheid, bedreven onrecht, enz. Hij stond tegenover hen in zijn lijden… machteloos ….. en hij schreeuwde zijn onmacht uit … naar God. Daarmee doorbrak hij het isolement waarin lijden ons brengt, hij bracht zichzelf naar buiten in het protest, de klacht, ja zelfs de vloek die tegelijk beden zijn. Een beweging uit zichzelf naar iemand/Iemand toe en wel in een gevecht om wat de mens het diepste aangaat: de verbondenheid met het goede, het ware en het schone, ja al wat goed is. En doorheen die klacht, die strijd en de stilte die er na het razen op volgt, kan een mens gaan beseffen hoe nietig z/hij is, hoe kwetsbaar wij zijn, hoe weinig wij echt weten. En hoe God God is, Die de zon doet schijnen en de regen laat neerdalen over alle mensen, zonder onderscheid.
Job herroept uiteindelijk al zijn klachten naar God, maar laat Hem desondanks niet los. Hij houdt vast aan God, om Hemzelf. En (heel ontroerend vind ik) God stelt Job in het gelijk tegenover zijn vrienden, Hij herkent Zich in elk geval niet in de beelden die van hem worden geschetst.
De vraag naar het lijden blijft en laat zich niet oplossen. Maar er kan in het lijden een erkennen ontstaan ‘sterker-dan-het-lijden’ die boven de eigen gevoeligheid en zelfbekommernis uitreikt. Een verder reiken dan de strijd, vanuit de strijd zelf. Dit kan ons gaande houden in en doorheen het lijden. Nog verder gaat dit als deze geraaktheid niet door mijn eigen lot wordt wakker geroepen, maar door het lijden van een ander. Dan opent zich een barmhartigheid die ver aan mijn ik en haar eigen belangen voorbij gaat. Het zet aan om te doen wat mogelijk is om het lijden te verlichten of op te heffen. Dit is wat de Bijbel noemt: het kennen van God. Nooit is dit een statische verworvenheid; steeds opnieuw moet het ‘bevochten’ worden in de rauwe realiteit. Maar er kan zin aan ontbloeien en kracht om verder te gaan of zich over te geven.
Het spoor van onze Heer kan ons hiertoe aanzetten en bemoedigen; en vertrouwen doen groeien dat wij hoe dan ook in Gods Hand zijn.
zr. Esther