2 Korinthe 13,11-13 – zr. Esther
Groet
De genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen.
Inleiding
Deze zondag horen wij rond het hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid drie korte maar krachtige lezingen. Bij mij bleef vooral de lezing van Paulus erg in de aandacht en vooral de groet waarmee deze viering opende. Al vaker merkte ik op dat ik de neiging heb het om te keren: bij de genade denk ik aan God en bij de liefde aan Jezus Christus… Maar het staat er andersom; daar ben ik rond blijven mijmeren en nog lang niet over uitgemijmerd. Het Mysterie dat wij vieren is niet te vatten, het mag ons een leven lang gaande houden.
Lezing Exodus 34,4b-6+8-9
Bezinning
Het volk is ontrouw geworden en Mozes heeft de eerste stenen platen kapot gesmeten. God stuurt Mozes opnieuw op weg met het volk, maar trekt zelf niet meer met hen mee. Maar in de verbondstent verkeert Mozes met God als mens tot mens en pleit voor het volk en smeekt God om mee te trekken. En ook vraagt hij om Gods majesteit te mogen zien. God beantwoordt dit laatste verlangen, roept zijn Naam uit en belijdt dat Hij liefdevol is, genadig, geduldig en trouw. Waarop Mozes opnieuw een beroep doet op God om met hen mee te trekken.
God is liefhebbend genegen naar zijn volk. Hij wil het helen en doen groeien naar volheid, daartoe is Hij ook genadig en trekt met hen mee. Hij is Grond en Bron van heil, van waaruit wij verder kunnen trekken.
Lezing Joannes 3,16-18
Bezinning
In het gesprek tussen Jezus en Nikodemus gaat het over het zien van het Koninkrijk van God en dit kan alleen voor wie gelooft en opnieuw geboren wordt uit de Geest. En dit nieuw geboren worden is een gave, geen eigen initiatief. Het vraagt wel een openheid en overgave, concreet een overgave aan Jezus, Die ons door God gegeven is tot redding. Hier krijgt de trouw, de genade van God, Die niemand verloren wil laten gaan, de gestalte van Jezus, de Mens die met ons meetrekt. In Hem wordt de relatie met God en de overgave aanschouwelijk en nabij.
Lezing 2 Korinthe 13,11-13
Bezinning
De centrale vraag die Paulus de Korintiërs stelt is: staat gij in het geloof? Is Jezus Christus in u? Hij is het, Die ons door het geloof de toegang heeft ontsloten tot die genade waarin wij staan. Maar geloven en belijden dat Jezus de Heer is, kunnen wij alleen in de kracht van de Heilige Geest. Wat de Vader in Jezus gegeven heeft wordt door de werking van de Heilige Geest reëel en werkzaam in gemeenschap en in mensen afzonderlijk; en het werkt naar voltooiing en heiliging toe.
De groet van Paulus in de 2e brief aan de Korinthiers is een unicum en geeft als eerste een trinitaire structuur weer. De ‘gemeenschap van de Heilige Geest’ is bij Paulus een nieuwe formulering die veel dingen samenbrengt. Handelen in eenzelfde spoor, eenzelfde geest begint in God zelf en wij worden daarin uitgenodigd. Wie zich ervoor opent en zich eraan overgeeft wordt erin opgenomen en meegenomen.
Maar hoe zit het nu met die volgorde en met liefde en genade? Ik heb me gerealiseerd dat Clara veel spreekt over de ‘genade van God’ en de ‘liefde van Jezus Christus’. En dat kan aanleiding zijn tot weer nieuwe mijmeringen.
Maar voor de groet van Paulus is het denk ik wezenlijk om vooral te verstaan dat het gaat om de toewending van God de Drie-Ene naar alle mensen. God geeft Godzelf in schepping, verlossing en voltooiing. Wij mogen delen in het leven van God en worden door Christus en de Geest daar steeds meer ín getrokken. Er is tussen Minnaar en Beminde een diep Bewegen en in dat bewegen worden wij meegetrokken. Door de genade van de Menswording kunnen wij het spoor ontdekken van de liefde van God en groeien tot gemeenschap in God. Mijmeren we nog wat door op God de Drie-Ene, in Wie wij leven, bewegen en zijn.