Jesaja 61,1-11 – zrs. Angela en Chiara
Inleiding:
Zusters en broeders, van harte welkom in deze wake op weg naar Kerstmis, het feest van de geboorte van de Heer. God wordt mens, vlees van ons vlees, been van ons gebeente. Hij deelt ons menszijn en neemt ons op in zijn goddelijke leven – wij worden onontkoombaar en voorgoed aangeraakt door Hem.
In deze advent waken we bij deze ongehoorde en liefdevolle aanraking, die ons leven en heel onze werkelijkheid in een ander licht stelt. We zijn vandaag aangekomen bij zondag Gaudete, die ons oproept: ‘Verheugt U. Verheugt u in de Heer te allen tijde. Nog eens: verheugt u! De Heer is nabij.’ De vreugdevolle oproep van deze zondag kleurt het paars van de Advent lichter tot roze, want de Heer komt en is nabij.
We keren ons naar Hem die ons met zijn mateloze liefde heeft aangeraakt en op ons toe komt.
Bezinning:
De evangelist Lucas vertelt hoe Jezus zichzelf met deze profetie van Jesaja presenteert in de synagoge te Nazareth, de stad waar hij vandaan komt. Is het een vrucht van zijn 40-daagse verblijf in de woestijn dat Hij zichzelf in het licht van deze profetie aangeraakt weet? Jezus zoekt deze profetie bewust op in de boekrol van de profeet Jesaja en als Hij de tekst heeft voorgelezen voegt Hij daaraan toe: ‘Vandaag is het Schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling gegaan.’ De Geest van de Heer rust op Hem, Hij is degene die in Gods naam gezonden is om aan de armen de blijde boodschap te brengen, goed nieuws. Hij komt met genezing en verzoening, met bevrijding en herstel, met recht en gerechtigheid, met redding en heil, met trouwe verbondenheid en zegen. Zoals een bruidegom met zijn bruid, zo verbindt zich de hemel met de aarde, zo raakt God ons onontkoombaar en voorgoed aan. Zijn aanraking is niet om te slaan en te misbruiken, maar om te genezen en goed te doen.
Bij de toehoorders van Jezus in Nazareth ontspoort het: de hele synagoge werd ziedend, ze sleepten Jezus de stad uit en dreven Hem tot aan de rand van de berg waarop hun stad was gebouwd, om Hem in de afgrond te storten. Tevergeefs. Vandaag nodigt de liturgie ons uit tot een ándere reactie, tot vreugde en blijdschap om de komst van Gods Gezalfde. Hemelen, jubelt; aarde, verblijd u; bergen, barst in juichkreten uit. Want de Heer brengt troost aan zijn volk.
Franciscus noemt God in zijn Lofzang op de Allerhoogste met 33 namen, naar het voorbeeld van de 99 schone namen van God in de Islam. Het is een litanie van namen, met daarin ook de namen: Gij zijt vreugde en blijdschap. God, Gij zijt vreugde en blijdschap. Gij zijt onze vreugde en blijdschap. Onze vreugde en blijdschap ontspringen in U.
Drie berichten uit de actualiteit:
Madeleine Albright in haar memoires 2001-2019: John Quincy Adams was van 1817 tot 1825 de hoogste diplomaat en de vier jaar daarna president van Amerika. Hij ging niet met pensioen maar werd gekozen in het Huis van Afgevaardigden, waar hij in 1830 zitting nam. Tien jaar later schreef hij in zijn dagboek: ‘Wat kan ik, aan de vooravond van mijn vierenzeventigste verjaardag, met trillende hand, een steeds troebeler oog, een suf hoofd en alle functies die uitvallen, een voor een, net als de tanden uit mijn mond, wat kan ik doen voor de zaak van God en de mens?’
Frank Koerselman in zijn boek Wie wij zijn. Tussen verstand en verlangen.
In de Parijse wijk Montmartre ligt een parkje waarin een kunstenaar op een muur de woorden ‘ik hou van jou’ heeft aangebracht in (vrijwel) alle talen van de wereld. Het parkje zelf is erg rustig, maar voor die muur is het altijd een drukte van belang. Toeristen verdringen zich om de liefde in hun eigen taal terug te vinden en daarvoor samen selfies te nemen. Liefde roept in alle talen, bij mensen van alle volkeren eenzelfde gevoel op…. Liefde is een complex begrip, maar toch kent iedereen het – overal ter wereld. Het woord verschilt, maar wat het betekent hebben mensen in alle eeuwen instinctief aangevoeld.
het advocaten-echtpaar Knoop in een interview met Ivo Niehe:
Toen wij 27 jaar na het burgerhuwelijk het religieus (Joods) huwelijk voltrokken, heeft onze oudste zoon een toespraak gehouden. Hij zei o.a.: ‘wat jullie ons geleerd hebben, leren wij nu onze kinderen’. Dat heeft me enorm ontroerd. En wat is dat dan? Door goed te zijn en het voorbeeld te geven en te proberen een fatsoenlijk mens te zijn. Want waarom zijn we eigenlijk op aarde, wat heeft dat voor betekenis? Zijn we er alleen voor onszelf of zijn we er om iets te bewerkstelligen, om iets samen te creëren. Wij denken dat je hier op aarde bent om te zorgen voor elkaar. De Joodse filosofie zegt: de mens wordt op aarde gezet met destructieve en constructieve eigenschappen. De kunst is dat we onze destructieve eigenschappen proberen te onderdrukken en de constructieve eigenschappen niet alleen bij onszelf maar ook bij de andere te initiëren.