Nehemia 8,2-4a,5-6,8-10; Lucas 1,1-4 + 4,14-21 – zr Edith
Een vraag ter inleiding:
Toen Isaäk, die elke dag ijverig in de Schrift had gelezen, bij de rabbi aandrong met de vraag wat hij moest doen, antwoordde de rabbi alleen dit: ‘Lees wat er in de Boekrol staat.’ Isaäk protesteerde: ‘Ik ben al twintig keer door de Boekrol heengegaan.’ Er viel een diepe stilte. Na enige tijd richtte de rabbi zijn hoofd op. Hij keek Isaäk doordringend aan en zei: ‘Is de Boekrol al eens door jou heengegaan?’ Een goede vraag, ook vanavond aan ons. Luisteren wij naar wat in de Boekrol voor ons is opgetekend.
Laat het Woord van God door je heengaan
Het woord van God kan je diep raken. Dat hebben we gehoord: het hele volk is bij de voorlezing uit de Thora in tranen uitgebarsten. Indringend komen de woorden binnen; ze gaan door alle omstanders heen. Toch horen de mensen niets nieuws. De verhalen zijn al eeuwen van vader op zoon doorverteld. Het zijn de verhalen van hun geloofsgemeenschap, waaraan zij hun identiteit ontlenen: de roeping van Abraham, de uittocht uit Egypte, het Verbond op de Sinaï, waar God en zijn volk elkaar trouw beloven. Met deze verhalen heeft het volk zijn geschiedenis met God in zich opgenomen.
Maar de mensen hebben zich bezig gehouden met ‘van alles en nog wat’, behalve met de God van het Verbond. De trouw aan het Verbond is geschonden. Tijdens de ellende en spanningen in de ballingschap, zijn ze ten einde raad weer kracht gaan zoeken in hun stamverhalen. Nu staan ze, gelouterd door leed, verzameld rondom de vertrouwde woorden in de Boekrol. Als vrije mensen zijn ze thuisgekomen. Nu kunnen ze samen opnieuw beginnen. Dat moet gevierd worden met ‘lekker eten en goede wijn’. Wie niets heeft kan vrij aansluiten. De vreugde van de Heer zal allen kracht schenken. Het is echt feest. De priester Ezra staat op, hij opent de Boekrol en leest voor: ‘Geloofd zij God de Heer, die wonderen doet, Hij alleen’. Blij antwoordt het volk: ‘Amen, ja amen’.
En wij? Hoe vaak gebeurt het dat het Woord langs ons heen gaat. Ook wij zijn bezig geweest met ‘van alles en nog wat’. Toch hoeven we niet bezorgd te zijn dat God ons laat vallen. Wanneer wij ons luisterend naar Hem toewenden wanneer Hij spreekt, komt zijn barmhartigheid in beweging. Hij trekt ons opnieuw in het hart van het Evangelie. Het Woord dat Hij ons heeft gegeven, verstomt niet meer.
Het Blijde Nieuws, dat Jezus vandaag bij zijn inauguratie aankondigt en waarmee Hij zijn zending aanvaardt, laat daarover geen twijfel bestaan: ‘De Geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij Mij gezalfd heeft. En: dit is het Verbond van God met de mensen, Hij legt zijn woorden in mijn mond. Hij heeft mij geroepen, mij gezonden om aan de armen het Evangelie te brengen.’
Wanneer wij onder ogen durven zien dat wij wezenlijk arm zijn, d.w.z. dat wij elkaar en God nodig hebben om gelukkige mensen te worden, kan Gods kracht juist daarin aan het licht komen. Pas als onze eigenwaan en eigenwilligheid tot zwijgen komt, leren wij te leven uit de Geest van God. Dan kan Gods woord door ons heen gaan en vlees en bloed in ons worden. Het zal ons bij de hand nemen en ons ‘wegwijs maken’. Dan zal de vrucht van het ‘jaar van genade’ ons ten deel vallen. Jezus zal ons met zijn Geest toerusten, vrede en vreugde geven. God blijft trouw aan zijn ‘Verbond met de mensen’. Goed Nieuws!