Joannes 18,33-37 – zr. Esther

Inleiding

De laatste weken hoorden we veel oordeelteksten en deze zondag horen we ook een oordeel, maar wel van een heel eigen en andere aard. We staan tegenover een tribunaal, een heel merkwaardig tribunaal. Twee mannen staan tegenover elkaar. Eén is vertegenwoordiger van een wereldrijk, de ander is een Joodse timmerman en rabbi uit Israël. En tussen hen in staan de thema’s ‘koningschap’ en ‘waarheid’. Zowaar geen vervlogen thema’s. Drie jaar geleden mocht ik hier ook de bezinning over houden. Deze keer bleef ik in de voorbereiding vooral hangen aan de zin: “Al wie uit de waarheid is, luistert naar mijn stem.” Daar wil ik wat omheen cirkelen en over mijmeren. In de hoop dat u morgen nog wat verder kunt mijmeren. Over definities gaat het in elk geval niet. Laten we luisteren en bidden.

Bezinning

We hebben maar een klein stukje van het proces gehoord. Maar als we het geheel overzien dan valt op dat er veel heen en weer wordt bewogen van binnen naar buiten en weer terug, door Pilatus vooral. Hij pendelt tussen de aanklagers en Jezus. Hij ondervraagt Jezus, maar krijgt van Hem ook een vraag terug. Een vraag die door de rollen heen breekt. Jezus vraag appelleert aan Pilatus. Hij stelt Pilatus in feite eenzelfde vraag als Hij eerder ook de leerlingen stelde: Jij, wie zeg jij dat Ik ben? Pilatus ontwijkt de vraag, maar hij ontwijkt aanvankelijk ook een veroordeling van Jezus. Hij bepleit zijn onschuld. Hij lijkt in een dilemma geraakt. Binnen en buiten zijn niet enkel meer plaatsbepalingen, maar binnen-menselijke polariteiten.
Pilatus is beeld voor ieder van ons, heen en weer getrokken tussen waarheid en leugen, tussen licht en duisternis, tussen vertrouwen en angst, tussen zelfgave en zelfbehoud.
Wie niet kiest voor waarheid wordt meegesleurd door leugen. Wie niet kiest voor licht wordt door duisternis overweldigd.
Jezus appelleert tot waarheid. De macht legt Hij bij God alleen. Hij gaat niet in op de kringloop van geweld, roept zelfs de machten van de hemel niet te hulp. Zijn koningschap is niet naar wereldse aard, maar is getuigenis van waarheid in liefde.
Simone Weil heeft er rake dingen over geschreven:
Iemand kan pas dan afschuw hebben van anderen kwaad te berokkenen, als hij aangekomen is op het punt, waar anderen hem geen kwaad meer kunnen berokkenen. Want dan heeft hij die anderen lief met een liefde, die de grens van de eigenliefde overschreden heeft.
De waarheid beminnen betekent de leegte verdragen, en dus, de dood aanvaarden. Het kruis van Christus is de enige toegangspoort naar deze kennis. Jezus heeft zich van zijn godheid ontdaan. Wij moeten ons bevrijden van het schijn-koningschap van deze wereld.
Zo staat Jezus tegenover Pilatus. Hij heeft het lijden en de dood in hun onontkoombaarheid aanvaard, uit liefde en trouw aan hen die Hem gegeven waren en om overgave en vertrouwen naar zijn Vader.
Hij was geen slachtoffer en Hij maakte er ook geen.
Hierin voltrok zich zijn koningschap: in zijn dienstbaarheid om zijn leerlingen de voeten te wassen, in het zelf dragen van het kruis waaraan Hij zijn leven zou geven. Dit was en is de waarheid die Hij gestalte gaf; een wijze-van-zijn, open naar Gods wijzingen. En zijn getuigenis gaat in tegen een wereld die zich tegen God en zijn definitieve licht verzet. Zijn koningschap is juist bemiddeling en belichaming van de goddelijke werkelijkheid in de wereld en wel als redding, als genade, als waarheid. En alle schijnbare onmacht is in Gods voorzienigheid de weg er naar toe.
Nogmaals Simone Weil aan het woord:
Het is niet belangrijk om nieuwe dingen te leren begrijpen, maar wel om met geduld, inspanning en methode evidente waarheden met heel zijn wezen te leren doorgronden. De meest doodgewone waarheid wordt tot een openbaring, als zij de gehele ziel in beslag neemt. Inwendige zuiverheid, inspiratie of waarheid in het denken zijn niet met de wil te bereiken. Wij kunnen er slechts om smeken. En als wij erom smeken, getuigen wij tegelijk van ons geloof in een Vader in de hemel.
Al wie uit de waarheid is luistert naar zijn stem. Laten we stil zijn en luisteren.