11 augustus vieren wij het Hoogfeest van de heilige Clara. Ter voorbereiding daarop bezinnen wij ons in onze lezingendiensten op het Testament van Clara. Graag laten we u daarin delen.
Tot en met dinsdag 10 augustus plaatsen wij hier steeds een gedeelte uit het Testament van Clara, met daarop een bezinning van zr. Emmanuel.
In verbondenheid!

6 Daarom moeten wij, geliefde zusters,
de onmetelijke weldaden overwegen
die God ons geschonken heeft,
7 maar vooral de weldaden die God
door zijn geliefde dienaar, onze zalige vader Franciscus,
in ons heeft willen bewerken,
8 niet alleen na onze bekering,
maar ook toen wij nog
in de ellendige ijdelheid van het wereldse waren.
9 Toen de heilige zelf nog geen broeders of gezellen had,
bijna meteen na zijn bekering,
10 werd hij,
terwijl hij de kerk van San Damiano aan het opbouwen was
en door God intens werd bemoedigd,
ertoe gedreven de wereld helemaal te verlaten.
11 Op dat moment heeft hij
in uitbundige vreugde en verlicht door de Heilige Geest
over ons voorzegd wat de Heer later heeft vervuld.
12 Terwijl hij in die tijd op de muur van die kerk klom,
zei hij met luide stem in het Frans84
tegen enkele arme mensen die zich daar dichtbij ophielden:
13 ‘Kom me helpen werken aan het klooster van San Damiano
14 want hier zullen weldra vrouwen wonen
die door hun vermaard leven en heilige levenswandel
onze hemelse Vader zullen verheerlijken
in heel zijn heilige kerk.’ (vgl. Mt 5,16)
15 Hierin dus kunnen wij
de overvloedige vriendelijkheid van God voor ons overwegen,
16 die wegens zijn overstromende barmhartigheid en liefde
door zijn heilige die dingen heeft willen zeggen
over onze roeping en uitverkiezing. (vgl. 2 Pe 1,10)
17 En niet alleen over ons
heeft onze allerzaligste vader Franciscus dit voorzegd,
maar ook over de anderen die nog zouden komen
in de heilige roeping waarin de Heer ons geroepen heeft.

Bezinning:

De Zoon van God is voor ons de weg geworden. Die weg is Clara en haar zusters door Franciscus’ woord en voorbeeld getoond en geleerd. Het is door Franciscus dat Clara haar roeping heeft leren kennen. Zij wil daarom uitvoerig stil staan bij het goede begin dat God haar gegeven heeft in en door Franciscus. En dat begin gaat ver terug. Clara verbleef nog ‘in de wereld’, en Franciscus had nog geen broeders of gezellen. Daar, in dat prille begin van Franciscus zelf, wortelt Clara’s begin. Van meet af aan, nog vóór de broeders, hoorden Clara en haar zusters al bij Franciscus.
Natuurlijk hoopt Clara door deze nauwe band met Franciscus te benadrukken, te bewerken dat de kerkelijke overheid en de minderbroeders haar levenswijze ondersteunen en bewaken. Maar het is toch vooral een zaak van het hart, iets wat Clara na aan het hart ligt: de verbondenheid met de minderbroeders. Verderop in haar Testament komt zij daar nog uitvoerig op terug.
Op het moment dat Franciscus nog niet het minste vermoeden had dat de Heer hem zo talrijk broeders zou schenken, voorzag hij dus al de komst van Clara en haar zusters. In het Frans, zoals altijd wanneer hij enthousiast en bezield raakte, riep Franciscus dat er in San Damiano ‘weldra vrouwen zouden wonen die door hun vermaard leven en heilige levenswandel de hemelse Vader zouden verheerlijken in heel zijn heilige Kerk.’ En Clara laat er geen twijfel over bestaan: Franciscus voorzegt hier wat de Heer later heeft vervuld. Dat is nogal wat, om zonder blikken of blozen van jezelf te beweren, of in elk geval te bevestigen: dat je inderdaad een vermaard leven en heilige levenswandel hebt geleid. Maar Clara herkent hier haar roeping en uitverkiezing. Zij herkent en erkent haar diepste verlangen, het verlangen dat de Heer zelf in haar hart heeft gelegd. Het verlangen, om met haar leven en door haar wijze van leven God te verheerlijken. Om Gods naam levend te houden binnen de Kerk en in de wereld. Wanneer Clara de woorden van Franciscus in herinnering roept, overweegt ze de ‘overvloedige vriendelijkheid’ van God. Want het gaat om Hem, en niet om haar. En het is niet haar verdienste, maar zijn barmhartigheid. En tegelijk brengt zij zichzelf en haar zusters met de woorden van Franciscus in herinnering wat hun diepste roeping en uitverkiezing is. Zij brengt haar zusters in herinnering waar het hen eens om begonnen is, en waar het hen altijd ten diepste om te doen is.
Wat wij van het leven maken is lang niet altijd zo ‘vermaard’ en onze levenswandel wellicht bij lange na niet heilig. Maar ook ons brengt Clara deze woorden van Franciscus in herinnering. Opdat wij steeds opnieuw weer kijken naar ons begin en wij dat diepe verlangen levend houden dat God zelf in ons hart gelegd heeft. Tot lof van God.