Matteüs 4,1-11 – zr. Margriet

Inleiding:

We zongen zojuist: ‘Geboren om te leven’, misschien wat vreemd om deze woorden te verbinden met woestijn, ‘Geboren om te leven’ en toch…wat is dat …leven? Is echt leven niet dat we als mens innerlijk groeien, dat we onze ziel niet kwijtraken, b.v. in het alleen maar zoeken naar materie. Veel mensen zoeken naar de zin van leven, ze zoeken naar iets dat hen bezielt, ze willen het gevoel hebben dat hun leven ergens toe dient, ze hebben geen gebrek aan aardse goederen, toch doen die er niet meer zo toe, ze voelen zich leeg, eenzaam, in stukken gebroken en verlangen naar heel worden,één zijn.
Groeien en rijpen als mens is een innerlijk gevecht van het loslaten van allerlei mentale ballast. De eeuwen door hebben mannen en vrouwen om dit te bereiken, om innerlijk die unieke mens te worden, die in zijn leven iets van God laat zien, dat gevecht in de woestijn aangegaan. De woestijnvader Evagrius zegt ons dat het dan vooral gaat om in ieders geestelijk proces te leren omgaan met de negen krachten van je bewustzijn. Hij noemt die krachten demonen die de mens kunnen beheersen en afleiden van zijn eigenlijke wezen. Je moet ze leren kennen, niet onderdrukken, om er mee te kunnen worstelen. Laten we nu eerst naar Matteüs luisteren wat hij ons vertelt over hoe Jezus met die worsteling in de woestijn omging.

Bezinning:

Jezus gaat, gedreven door de Geest, naar de woestijn, Hij is zich heel goed bewust van al die hartstochten die ons kunnen beheersen, Hij weet dat de mens vanuit een soort oerangst zoekt naar zekerheid en liever niet met al die driften, emoties, begeerten in hemzelf geconfronteerd wilt worden. Maar, Jezus gaat het gevecht aan en is zo als het ware een spiegel voor ons.
In de woestijn, pakken zich donkere wolken boven Jezus’ hoofd samen. Daarvoor, bij zijn doop, klonk zijn ja op weg naar het kruis en dat ja wordt nu beproefd. Beproefd om die weg van het lijden niet te gaan, beproefd om te bewijzen wie Hij is. ‘Kom op, verander die broden, laat je macht zien’.
Leven wij van brood alleen? leven is toch meer dan alleen maar je behoeften vullen? Wat houdt mij in leven, waar leef ik van? We hebben zorg om lijfsbehoud, gezondheid, geld, zoveel zaken die ons uitputten. Echt leven? Verliezen we zo niet vaak het contact met onze innerlijke mens waardoor we gedeprimeerd raken. Vergankelijke behoeften en verlangens willen bevredigd worden, maar is dat echt leven. Ga ik het gevecht aan dat ik blijf zoeken naar verbinding met die innerlijke Bron in mij, of blijf ik gekweld door zorgen, behoeften, verlangens, over dat wat vergankelijk is, over alles wat meer met ‘hebben’ dan met ‘ zijn’ te maken heeft?

Donkere wolken boven Jezus, weer probeert de duivel te verleiden, laat maar eens zien Jezus dat je Gods Zoon bent, hij probeert Jezus in zijn val te lokken om het tegendeel te bewijzen, namelijk dat Hij niet Gods Zoon is. Maar Jezus houdt stand vraagt geen tastbaar bewijs van God en blijft vertrouwen.
En wij? Vertrouwen? Nou ja, toch maar eerst allerlei zekerheden rond mijn leven goed regelen, materieel gezien dan, daarna maak ik dan wel tijd voor God. Zekerheden.., niet mijn angst aankijken, die sprong in de diepte, angst die mijn blik nauw maakt, mij verkrampt. Vertrouwen op God…. Ik ben een en al twijfel en toch… Vertrouwen dat is niet zitten wachten, maar in beweging komen, gevecht van loslaten, luisteren naar je hart.
En steeds weer donkere wolken, telkens opnieuw het gevecht aangaan, zo ook voor Jezus die de vraag krijgt; niet God, maar de duivel te aanbidden, de duivel, al die demonen die je ego strelen, die je laten vastklampen aan illusies, die je rijkdom, genot, status voor blijven spiegelen. ‘Ga weg satan’, en daarmee zegt Jezus opnieuw ja tegen zijn weg naar Jeruzalem, zijn kruisdood.
Zeggen we Hem dat na: Ga weg satan, ga weg jij demon van begeerte, ga weg jij demon van agressie, kwaadheid, wrok, treurnis. Ga weg jij demon van jaloezie, van trots, hoogmoed. Ga weg, jullie wilde dieren, jullie blaffende honden, jullie verscheurende wolven.

Misschien kunnen we dat zeggen als we ons bewust worden van al die invloeden op onze geest, houding en gedrag. Bewustwording zodat je je niet aan het duister hecht.
Zo was er een man die wanhopig aanklopte bij de kloosterpoort om de abt te spreken. Hij zei: Goede abt, ik lijd, wat moet ik doen, ik heb alles al gedaan, ik heb alle wijsheidsboeken gelezen, ik mediteer uren per dag, ik vast, gebruik geen alcohol, ben vegetariër, doe niet aan sex en toch ik ben wanhopig, ik lijd, wat moet ik doen? En de abt zegt: Hecht niet aan je treurnis, laat je lijden los.
Onze donkere nacht, de donkere wolken boven onze innerlijke reis, die wanhoop, twijfel, leed moeten we binnengaan om die negatieve gewoonten te doorbreken, dat is wat de woestijnvaders ons zeggen:
Durf jouw donkere nacht ingaan.
Franciscus laat ons dat zien. Fr. was in de stad Gubbio toen daar in de omgeving een grote, woeste, bloeddorstige wolf dieren en mensen verslond. De mensen leefden in grote angst en omdat Fr. met al die mensen te doen had ging hij de wolf opzoeken, hoewel iedereen hem dat ten zeerste afraadde. De wolf kwam met opengesperde muil op Fr. af. Maar Fr. liep naar hem toe, maakte over hem een kruis en riep hem bij zich: Kom hier broeder wolf, ik gebied je namens Christus mij nog anderen kwaad te doen. De wolf liet zijn bek dichtvallen en kwam zo mak als een lammetje naar Fr. toe en ging voor zijn voeten op de grond liggen. Dan spreekt Franciscus de wolf toe en laat uiteindelijk de wolf beloven niemand meer kwaad te doen en hij vraagt de mensen van Gubbio, dat ze de wolf altijd te eten zullen geven.
Door jouw donkere nacht gaan op je lange reis naar binnen, het brengt je uiteindelijk thuis bij de Ene, bij God die er altijd al is en wacht.